Communicatie jaar 1 mip blok 3 les 2

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

COMMUNICATIE JAAR 1
BLOK 3
PROFESSIONELE COMMUNICATIE

Slide 2 - Diapositive

DIT BLOK
* Acquisitiemail;
* Brief (subsidie-aanvraag, belastingdienst etc.);
* Interviewen en geïnterviewd worden;
* Woordenschat (o.a. contracten lezen);
* Jullie input;
* Eindopdracht.

Slide 3 - Diapositive

VANDAAG

* Vorige les;
* Aan de slag met mail;
* Woordenschat (wekelijks).

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Iemand schrijft een compositie, dus hij/zij is een…
A
auteur
B
producent
C
redacteur
D
professional

Slide 6 - Quiz

Welke uitdrukking(en) met vast voorzetsel is/zijn fout:
A
verwijzen aan
B
refereren aan
C
verwijzen naar
D
refereren naar

Slide 7 - Quiz

Een prudente student is:
A
druk
B
netjes
C
voorzichtig
D
bazig

Slide 8 - Quiz

Dat hoeft niet ........ het geval te zijn.

A
per se
B
perse
C
per sé
D
persee

Slide 9 - Quiz

"Uitbaten, ontginnen, runnen om er winst mee te maken."
Dit heeft betrekking op:
A
een verdienmodel
B
acquisitie
C
exploitatie
D
business to business

Slide 10 - Quiz

Marco is vaak te gast in ........ .
A
radio en televisie programma's
B
radio-en-televisieprogramma's
C
radio- en televisie programma's
D
radio- en televisieprogramma's

Slide 11 - Quiz

Iets is 'verborgen', 'niet uitgesproken' of ligt ergens 'in opgesloten'. Het woord dat hier het beste bij past is:
A
impliciet
B
expliciet
C
inclusief
D
exclusief

Slide 12 - Quiz

Marianne moet een praatje houden, omdat het zo hoort. Dit praatje is:
A
subversief
B
banaal
C
ambivalent
D
obligaat

Slide 13 - Quiz

Max is een poëet ........ .

A
pursang
B
puursang
C
pur sang
D
puur sang

Slide 14 - Quiz

Laatste vraag:
Welke woordcombinatie drukt GEEN tegenstelling uit:


A
relatief – absoluut
B
normatief – incommensurabel
C
formeel – informeel
D
abstract - concreet

Slide 15 - Quiz

ACQUISITIEMAIL: SUGGESTIES

Slide 16 - Diapositive

ACQUISITIEMAIL: VOORAF
¥ Doelgroep: verzamel kennis;
¥ Abonneer je op de nieuwsbrief, like/follow op Instagram et cetera;
¥ Zorg ervoor dat je materiaal (bio, demo, social media etc. op orde is);
¥ Welke plek, welk label past bij jou? Waarom? Zorg ervoor dat je dat kan verwoorden;
¥ Formuleer je doel;
¥ Bel eerst, mail daarna.

Slide 17 - Diapositive

ACQUISITIEMAIL: INHOUD
¥ Laat merken dat je weet wie de ander is; toon interesse in de ontvanger; doe onderzoek via (bijvoorbeeld) LinkedIn;
¥ Vraag advies;
¥ Wat neem je mee? Wat voeg je toe? Bedenk dat je (ook) iets komt brengen, niet alleen halen;
¥ Ben helder, concreet, bondig, relevant;
¥ Schep op, lieg nooit; blijf zakelijk, maak grappen.
¥ Laat iemand je mail lezen.



¥ Bedenk, er zit een mens aan de andere kant van ’de lijn’;

Slide 18 - Diapositive

ACQUISITIEMAIL: EN DAN...
¥ Reageer ook als je een afwijzing krijgt.

Slide 19 - Diapositive

OPDRACHT VANDAAG
¥ E-learning;
¥ Communicatie jaar 1;
¥ Blok 3;
¥ Acquisitiemail;
¥ 20 minuten (voorbereiden + schrijven);
¥ Feedback ronde 1 + schrijven + feedback ronde 2 + schrijven;
¥ Klaar? Kom naar mij toe.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive