Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Werkwoordspelling
Les werkwoordspelling
Lesdoel: ik oefen met het vervoegen van werkwoorden in de tegenwoordige, verleden en voltooide tijd.
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spelling
Basisschool
Groep 7
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
25 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Les werkwoordspelling
Lesdoel: ik oefen met het vervoegen van werkwoorden in de tegenwoordige, verleden en voltooide tijd.
Slide 1 - Diapositive
Kijk met welke vorm je te maken hebt
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm verleden tijd
Voltooid deelwoord
Slide 2 - Diapositive
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Slide 3 - Diapositive
Persoonsvorm verleden tijd
Werkwoorden:
klankverandering
worden - werd(en)
lopen - liep(en)
Werkwoorden:
stam + de(n) of + te(n)
koken - kookte(n)
praten - praatte(n)
’t kofschip X
Slide 4 - Diapositive
Voltooid deelwoord
Ik heb
gekookt
. Het vliegtuig is
geland.
-t of -d?
Langer maken:
gekookt, kookte.
Twijfel je nog steeds?
’t kofschip X
Slide 5 - Diapositive
De kinderen ..... tijdens de film (vt).
A
huilen
B
huilde
C
huilden
D
huil
Slide 6 - Quiz
In de lucht .... er een ballon (vt).
A
zweevde
B
zweefden
C
zweefde
Slide 7 - Quiz
Ik heb mijn kamer roze .... (vt).
A
verfde
B
geverft
C
gevervd
D
geverfd
Slide 8 - Quiz
Het bedrijf ..... de schade niet (tt).
A
vergoedt
B
vergoed
C
vergoet
Slide 9 - Quiz
... jij eigenlijk van chocola?
A
houdt
B
houd
Slide 10 - Quiz
Die grap ..... hem zijn baan.
A
koste
B
kostte
Slide 11 - Quiz
Wij ..... vorig jaar in Amerika.
A
wonde
B
woonden
C
woonde
Slide 12 - Quiz
Ik ben op het strand .... tijdens het zonnen.
A
verbrand
B
verbrant
Slide 13 - Quiz
In welke tijd staat deze zin: Kevin heeft zijn verjaardag gevierd.
A
Tegenwoordige tijd
B
voltooide tijd
C
verleden tijd
Slide 14 - Quiz
De kleuter is .... in het centrum
A
verdwaald
B
verdwaalt
Slide 15 - Quiz
Wat is het voltooide deelwoord van fietsen?
Slide 16 - Question ouverte
Wat is de ik-vorm van: verven
Slide 17 - Question ouverte
Hij heeft de balk door midden .....
A
gezaagd
B
gezaagt
C
gezagd
D
gezagt
Slide 18 - Quiz
... jij niet gek van dat spel?
A
wort
B
word
C
wordt
Slide 19 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
groep 7 werkwoordcito oefenen
Mars 2023
- Leçon avec
35 diapositives
nederlands
Primary Education
Werkwoordspelling
Avril 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 7
groep 8 werkwoord spelling cito
Octobre 2024
- Leçon avec
44 diapositives
nederlands
Primary Education
Werkwoordspelling: interactieve uitleg
Mai 2021
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
Octobre 2023
- Leçon avec
42 diapositives
Nederlands
Primary Education
Age 7
paragraaf 3.8 spelling
Septembre 2024
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
2: Werkwoordspelling: (on)voltooid deelwoord, bijvoeglijk naamwoord, infinitief
Novembre 2023
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5
Werkwoordspelling
Août 2022
- Leçon avec
42 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2