Les 8 - procesrecht + verzekeringsrecht

Les 8
Een rechtszaak in het privaatrecht 
(zowel Goederen- als Verbintenissenrecht)
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
Basiskennis rechtMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Les 8
Een rechtszaak in het privaatrecht 
(zowel Goederen- als Verbintenissenrecht)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitgangspunten procesrecht
  1. De zitting is openbaar;
  2. De rechter is onpartijdig en onafhankelijk;
  3. Alle partijen worden gehoord (hoor en wederhoor);
  4. Partijen mogen zich door een advocaat laten bijstaan;
  5. De rechter motiveert zijn uitspraak. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een procedure in het Burgerlijk recht
Absolute competentie
Welke rechter mag de zaak behandelen?
Kantonrechter of de civiele rechter (art. 93 Rv)

Relatieve competentie
In welke plaats mag de zaak worden behandeld?
Hoofdregel: wie eist, reist (art. 99 Rv), dus de woonplaats van gedaagde, tenzij uitzondering van toepassing is: art. 100 t/m 110 Rv. 

Slide 3 - Diapositive

Bekijk art. 93 Rv met de studenten en leg uit wanneer het kantonzaken zijn en wanneer niet. 

Arbeidsconflict, vordering van €60.000,-, kantonrechter? Ja, arbeidszaken altijd

Conflict met garage, vordering van €60.000,-, kantonrechter? Nee, hoger dan €25.000,- 

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Dagvaardingsprocedure
  • Partijen heten 'eiser' of 'gedaagde';
  • Start met een dagvaarding (wordt door deurwaarder uitgereikt);
  • De uitspraak heet 'vonnis';
  • Zitting bij de rechter heet 'comparitie'; 
  • Rechter wijst in vonnis de eis toe of juist af. 



Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzoekschriftprocedure
  • Kan je herkennen aan de woorden 'verzoek', 'verzoekschrift' of 'beschikking' in de wet (alle andere zaken starten met een dagvaarding, art. 78 Rv.);
  • Art. 261 lid 2 Rv;
  • Partijen heten 'verzoeker' en 'verweerder';
  • De verzoeker dient een verzoekschrift in, de verweerder reageert hier op met een verweerschrift;
  • De uitspraak heet een 'beschikking'.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dagvaardingsprocedure

Conclusie van antwoord


Comparitie


Vonnis


Verzoekschriftprocedure

Verweerschrift


Mondelinge behandeling


Beschikking

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet de zitting bij een verzoekschriftprocedure?
A
Comparitie
B
Zitting
C
Mondelinge behandeling

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem de verschillen tussen de dagvaardingsprocedure en de verzoekschriftprocedure.

Slide 9 - Question ouverte

Benamingen (eiser/gedaagde, verzoeker/verweerder)
Opstarten met (dagvaarding/verzoekschrift)
Reactie tegenpartij (conclusie van antwoord/verweerschrift)
Zitting (comparitie/mondelinge behandeling)
Uitspraak (vonnis/beschikking)
Wat is de hoofdregel van de relatieve competentie in een proces binnen het Burgerlijk procesrecht?

Slide 10 - Question ouverte

Wie eist, reist 
Verzekeringsrecht
Verzekeringsovereenkomst 
 Is een overeenkomst waarbij de verzekeraar zich, tegen betaling van een premie door de verzekeringsnemer, verplicht tot het doen van een uitkering, terwijl bij het sluiten van de overeenkomst nog niet duidelijk is of, wanneer en welke uitkering zal moeten worden gedaan, art. 7:925 BW


Soorten verzekeringen
  • Sommenverzekering (bijv. overlijdensrisicoverzekering)
     Verplicht de verzekeraar zich een vast bedrag in geld uit te keren als de verzekerde gebeurtenis plaatsvindt, art. 7: 964 BW
  • Schadeverzekering (bijv. WA-verzekering)
    De uitkering is afhankelijk van de werkelijk geleden schade, art. 7:944 BW

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Jullie gaan samen, met de hele klas, twee overzichten maken voor Goederenrecht en Verbintenissenrecht.
  • Pak de Post-its en een stift;
  • Schrijf de begrippen van Goederenrecht en Verbintenissen op die belangrijk zijn voor de toets;
  • Schrijf samen alles op wat jullie weten over beide onderdelen;
  • Plak de Post-Its op de A3 vellen (1 voor Goederenrecht en 1 voor Verbintenissenrecht).

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions