Donderdag 19 mei

• Mentorles
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Goedemorgen! 

Goed dat je er bent.

 

• Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren.
• Pak je Chromebook en meld je aan voor de LessonUp van vandaag. 

jeugdjournaal.nl

1e lesuur:

8.45 - 9.30

Economie

Leerdoel

Ik kan de voor- en nadelen van import en export benoemen.

Ruben zit aan het ontbijt. Op tafel staat melk uit Nederland. Verder staat er sinaasappelsap uit Brazilië, thee uit India, koffie uit Ivoorkust en serviesgoed uit België. Deze buitenlandse producten zijn gewoon in een winkel in Nederland gekocht.
Welk eindproduct en welke twee grondstoffen voor zijn ontbijt komen uit het buitenland?

Bijv.: De theebladeren en koffiebonen zijn grondstoffen uit het buitenland, het serviesgoed is een eindproduct uit het buitenland.

Bekijk de bron. Ruben eet een tomaat uit Marokko bij zijn ontbijt. In de winkel zijn tomaten uit Marokko goedkoper dan tomaten uit Nederland.

Waarom is het telen van tomaten in Marokko goedkoper dan in Nederland?

Bijv.: De lonen en energiekosten zijn in Marokko lager.

Bekijk de bron. Ruben eet een tomaat uit Marokko bij zijn ontbijt. In de winkel zijn tomaten uit Marokko goedkoper dan tomaten uit Nederland.

Waarom importeren handelaren tomaten uit Marokko als er genoeg Nederlandse tomaten zijn? Geef twee redenen.

Ze kunnen goedkoper zijn dan de tomaten uit Nederland, en de kwaliteit kan beter zijn.

Aan de slag!

2e lesuur:

9.30 - 10.15

Wiskunde

Leerdoel

Je leert de oppervlakte van een cirkel berekenen

De diameter van cirkel 2 is 10 cm.
Wat is de omtrek?

modernewiskunde.digitaal.noordhoff.nl

De oppervlakte van cirkel 1 is?
Rond je antwoord af op 1 decimaal

De straal van cirkel 2 is?
Rond je antwoord af op 1 decimaal

De straal van cirkel 2 is 4,5 cm?
Wat is de oppervlakte?
Rond je antwoord af op 1 decimaal

Aan de slag!

3e lesuur:

10.30 - 11.15

Engels

Aan de slag!

4e lesuur:

11.15 - 12.00

Aardrijkskunde

Aan de slag!

5e lesuur:

12.30 - 13.15

Biologie 

Lesdoel

Je kunt de kenmerken van lichaamscellen gen geslachtscellen noemen. 

Je kunt uitleggen wat een gen is. 

Genen

Een gen is een deel van een chromosoom. Een gen bevat de informatie voor één erfelijke eigenschap. Elk chromosoom bevat veel genen. Alle genen in een celkern samen vormen het genotype van een organisme. 

Ieder mens heeft 46 chromosomen. Dit zijn 23 paren. Elk kindje krijg 23 chromosomen van de vader en 23 van de moeder.

Heeft elk organisme evenveel chromosomen in een lichaamscel als een mens?

Nee.. Een konijn heeft 44 chromosomen, een paard 64 en een kat 38 

Een bevruchte eicel ontwikkelt zich tot een kind. In de bevruchte eicel zitten genen. In een huidcel zitten ook genen.
Zijn de genen in een huidcel gelijk aan de genen in de bevruchte eicel of zijn ze verschillend?

Aan de slag!

6e lesuur:

13.15 - 14.00

NASK

Het is vaak moeilijk te zien hoe iemand of iets beweegt. Vooral snelle bewegingen zijn met het blote oog niet goed te volgen. Soms wil je toch graag weten hoe zo’n beweging verloopt. Daarom zijn er verschillende manieren bedacht om bewegingen vast te leggen.

Eén manier is de beweging met korte tussenpozen te fotograferen. Je krijgt dan een serie foto’s die elk één moment van de beweging laten zien

Je kunt een beweging ook vastleggen door een stroboscopische foto te maken. Zo’n foto wordt gemaakt in een verduisterde ruimte, met als enige verlichting een stroboscooplamp.

stroboscopische foto 

Soms is het handig om een afstand-tijdtabel van een beweging te maken. Je kunt zo’n tabel maken aan de hand van een stroboscopische foto.

Aan de slag

Maken hoofdstuk 5, paragraaf 1

Aan de slag!

14.00 - 14.30

SoVa/Burgerschap/LOB/Ontspanning

Afsluiting