7.tekst Prey en hoofdgedachte en verwijswoorden

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

  • Kennen-hoofdgedachte en tekstverbanden
  • Kunnen- hoofdgedachte uit een tekst halen
  • Kunnen-weten hoe je tekstverbanden herkent in een  tekst.
  • Oefenen met de tekst Prey.
Wat leer je in de ze les?

Slide 3 - Diapositive

Wat is een hoofdgedachte van een tekst?


-Een samenvatting van de tekst in 1 of 2 zinnen
-Kijk naar inleiding of slot
-Kijk naar titel
-Hoe zou jij de tekst door-
geven aan een ander die hem niet heeft gelezen?
-Het belangrijkste wat de schrijver wil zeggen.
Hoofdgedachte

Slide 4 - Diapositive

Hoofdgedachte is dus:
  • Belangrijkste wat de schrijver wil vertellen.
  • Staat vaak in titel, inleiding, slot.
  • Soms moet je de hele tekst eerst lezen. 

Hoofdgedachte opschrijven:
  • Superkorte samenvatting van de tekst in 1 of 2 zinnen.

Slide 5 - Diapositive

Tekstverbanden
  • Een schrijver wil dat een tekst één geheel wordt.
  • Zinnen of alinea's wil hij dus met elkaar verbinden.
  • Dat doet een schrijver door signaalwoorden te gebruiken.
  • Met die signaalwoorden maakt de schrijver een verbinding (verband) tussen de zinnen of alinea's.
  • Tekstverbanden zijn het cement van de tekst. 

Slide 6 - Diapositive

  • Lees de titel– wil de tekst ons iets leren of een mening geven?
  • Lees de tekst oriënterend en globaal: Waar gaat de tekst over?
  • Hoe verbindt de schrijver alinea 3 en 4 met elkaar?
  • Lees de hele tekst vervolgens nauwkeurig/precies en bepaal:
  • Waar is de hoofdgedachte in de tekst te vinden? 
  • Schrijf nu tien woorden op uit de tekst die belangrijk zijn.
 


Opdracht bij tekst Prey

Slide 7 - Diapositive

Staan jouw tien woorden erbij? Welke zijn de belangrijkste woorden uit deze lijst? Welke woorden heb je nodig om de tekst te kunnen navertellen?


                     
game
aliens
mimics
18+
neuromods
avontuur
geluid
wapens
Talos 1
geheugen-verlies
ruimtesta=
tion
afval
bloedstol-lend
Prey
ontsnap-pen

Slide 8 - Diapositive

Probeer nu met de tien geelgekleurde woorden hieronder in het kort de tekst aan een klasgenoot na te vertellen


Prey         ruimtestation            bloedstollend    18+

game       geheugenverlies       avontuur

aliens       geluidseffecten         wapens
 Schrijf in 1 of 2 zinnen de hoofdgedachte op
Probeer nu met de tien geelgekleurde woorden hieronder in het kort de tekst aan een klasgenoot na te vertellen

Slide 9 - Diapositive

V
e
r
w
ij
s
w
o
o
d

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

  • Die/dat/deze = aanwijzend voornaamwoorden
  • Er/daar
  • Ik/jij/jij/ zij enz. = persoonlijke voornaamwoorden
  • Mijn/jouw/haar enz. = bezittelijke voornaamwoorden
  • Verwijswoorden wijzen naar 1 woord/ een aantal     woorden of soms een hele zin
Verwijswoorden

Slide 12 - Diapositive


Vorig jaar is mijn oma overleden toen ze voor de televisie zat. Ik herinner me DEZE GEBEURTENIS nog heel goed, omdat ik zo moest huilen. Verwijst naar? 
A
toen ze voor de televisie zat
B
het overlijden van oma
C
ik moest hard huilen

Slide 13 - Quiz


De duikers zwommen naar de gezonken bootjes. Ze wisten niet of DAAR nog iemand in zat. Verwijst naar?
A
de duikers
B
nog iemand
C
de gezonken bootjes

Slide 14 - Quiz


Men zegt, dat in dat bos gevaarlijke dieren leven. Ik laat DAT SOORT liever met rust. Verwijst naar?
A
men
B
gevaarlijke dieren
C
dieren in het bos

Slide 15 - Quiz


HET is voor Miriam onbespreekbaar om naar Arnhem te verhuizen. Verwijst naar?
A
naar Arnhem verhuizen
B
Arnhem
C
onbespreekbaar

Slide 16 - Quiz