Lección 2: Wederkerende werkwoorden + bron B + Luistervaardigeheid

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

We starten in 5 minuten met de les.

Slide 2 - Diapositive

Lesprogramma
Después de la clase...
  • Ken je welke lesstof je moet kennen voor periode 2.
  • Kenje de lichaamsdelen in het Spaans



 

¿Qué vamos a hacer hoy?
¿Qué vamos a hacer hoy?
A. Opstarten: les en absentie
B. Doornemen: PTO 2 lesstof 
C. Doornemen: Vocabulario over ''Las partes del cuerpo''
E. Oefenen: Kijk- en luister opdrachten
D. Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Lesprogramma
Los deberes para la próxima clase:
Lezen:  VOC B pagina 104 & 105

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Toetsinzage

Slide 6 - Diapositive

Vocabulario
pagina 52
Doornemen: Bron B
pagina 52

Slide 7 - Diapositive

Combineer de Spaanse woorden met de Nederlandse vertaling
la cabeza
necesario
el veneno
la fiebre
el jabón
el movimiento
de beweging
het hoofd
het gif
nodig
de koorts
de zeep

Slide 8 - Question de remorquage

Los verbos reflexivos
pagina 13
Je kan de uitleg pagina 13.
De wederkerende werkwoorden

Slide 9 - Diapositive

Los verbos reflexivos
Het zijn gewoon werkwoorden zoals je ze al kent +se. (verbo + se/ ww + zich) 
Het stukje se dien je dus nog extra te vervoegen.
Los verbos reflexivos
pagina 13
Je kan de uitleg pagina 13.

Slide 10 - Diapositive

levantarse ( yo)
(tegenwoordige tijd)
pagina 13
Je kan de uitleg pagina 13.

Slide 11 - Question ouverte

Verbos reflexivos
pagina 13
Je kan de uitleg pagina 13.

Slide 12 - Diapositive

Kortom:
Je haalt (se) even weg en vervoegt het werkwoord 
gewoon zoals je altijd al gedaan hebt! 
Je zorgt dat je me, te, se, nos, os, se nog toevoegt! 

LET OP: Sommige werkwoorden zijn in het Spaans wel wederkerend maar in het Nederlands niet.
vb: levantarse (opstaan), llamarse (heten), despertarse (ie) (wakker worden) acostarse (ue) (naar bed gaan).

pagina 13
Je kan de uitleg pagina 13.

Slide 13 - Diapositive

Presente
presente perfecto
Pretérito indefindo
Pretérito imperfecto
me relajo
me he relajado
me relajé
me relajaba
te relajas
te has relajado
te relajaste
te relajabas
se relaja
se ha relajado
se relajó
se relajaba
nos relajamos
nos hemos relajado
nos relajamos
nos relajábamos
os relajáis
os habéis relajado
os relajasteis
os relajabais
se relajan
se han relajado
se relajaron
se relajaban 
relajarse (zich ontspannen)

Slide 14 - Diapositive

Rellena con la forma correcta
1. Nosotros _________________(levantarse) a las siete y cuarto.
2. Yo  __________________(ducharse) a las siete y media.
3. ¿Cómo ____________________(llamarse) vosotros?
4. Antes de comer ____________________(lavarse, tú) las manos.
5. Ese señor de ahí ____________________(llamarse) señor Lopez.
6. En las vacaciones de navidad mis padres ____________________(quedarse) en casa
Let op: sommige werkwoorden hebben ook nog een klinkerwisseling!
pagina 13
Je kan de uitleg pagina 13.

Slide 15 - Diapositive

Maken: opdracht 10 a, b en c pagina 14 & 15

Slide 16 - Diapositive

  • se encuentra
  • me despierto
  • se visten
  • se pone
  • se estresa
  • cuidarte
  • acostarte
  • se acuesta
  • me sentire

Slide 17 - Diapositive


Wat heb je van 
deze les geleerd?

Slide 18 - Question ouverte

Huiswerk

Slide 19 - Diapositive


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

¡Nos vemos la próxima clase!
¡Nos vemos la próxima clase!

Slide 21 - Diapositive