Herhaling HS 2

Hs 2 Aarde
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Hs 2 Aarde

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Bij divergerende platen bewegen de platen naar elkaar toe
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Bij divergerende platen ontstaat nieuwe aardkorst
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

graniet is lichter dan basalt
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Bij de botsing van welke platen vormt zich een diepzeetrog?

Slide 6 - Question ouverte

hoe werkt de platentektoniek?

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Diapositive

Hoe ontstaat een slenk?

Slide 9 - Question ouverte

Magmakamer
Stratovulkaan
Subductie
Diepzeetrog
Slab pull

Slide 10 - Question de remorquage

Slab Pull
De oceanische korst die subduceert (onder de continentale korst duikt) trekt aan de continentale korst. 

Slide 11 - Diapositive

graniet
graniet

Slide 12 - Diapositive

Graniet
dieptegesteente
licht
Basalt
uitvloeiingsgesteente
zwaar

Slide 13 - Diapositive

sedimentgesteente

Slide 14 - Diapositive

Sedimentgesteente
Sedimentgesteente ontstaat als sediment samengeperst wordt van losse korrels tot een vast gesteente
bv. zandsteen en schalie


Slide 15 - Diapositive

Wat betekent het als je fossielen vindt in gesteente?

Slide 16 - Carte mentale

Gesteentekringloop

Slide 17 - Diapositive

Orkanen ontstaan
A
boven land
B
boven zee

Slide 18 - Quiz

Tornado's duren in vergelijking met orkanen
A
korter
B
langer

Slide 19 - Quiz

Een orkaan ontstaat
A
in het voorjaar
B
aan het eind van de zomer
C
in de winter

Slide 20 - Quiz

de draairichting van een orkaan op het noordelijk halfrond is...
A
... met de klok mee
B
... tegen de klok in

Slide 21 - Quiz

op welk halfrond vind je deze orkaan?

Slide 22 - Question ouverte

schildvulkaan
stratovulkaan
caldera

Slide 23 - Question de remorquage

morene zijn stenen en zand die door een gletsjer worden neergelegd
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

hoe verder van de oorspronkelijke bedding van de rivier, hoe grover het materiaal dat sedimenteert
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

Een puinwaaier is een ander woord voor puinhelling
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Hoe langer geleden een ramp plaatsvond, hoe kleiner de risicoperceptie is bij de bevolking
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

noem maatregelen die je kunt nemen om schade door natuurrampen te beperken

Slide 28 - Question ouverte