Circulatie en zuurstof voorziening van de weefsels bevorderen
“Gewond” lichaamsdeel ontzien
Psychische en sociale zorg bieden
Slide 5 - Diapositive
Uitwendige verwonding
Er is sprake van een huidbeschadiging.
Onderliggend bindweefsel, bloedvaten en zenuwen zijn beschadigd wat pijn veroorzaakt.
Bij grote uitwendige verwonding dan kan ook weefsel in het lichaam beschadigd zijn, zoals spieren, pezen, organen en botten.
Slide 6 - Diapositive
Voor de juiste wondverzorging
kijk je naar:
- de ernst van de verwonding
- de aard van de verwonding
(om wat voor een soort wond gaat het)
Slide 7 - Diapositive
Aard van de verwonding
- Snijwond
- Schaafwond
-Bijt/krab wond
-Schotwond
-Steekwond
-Brandwond
Slide 8 - Diapositive
Ernst van de wond
Bij een wond die flink bloedt, is onmiddellijke actie vereist.
De bloeding moet gestopt worden. De wond schoon te maken en schoon te houden.
Slide 9 - Diapositive
Wanneer naar de arts:
- diepe en/of grote wonden;
- vuile wonden;
- bijtwonden;
- wonden die blijven bloeden;
- niet goed sluitende of rafelige wonden;
- de meeste brandwonden.
Slide 10 - Diapositive
Schaafwond
Bij een schaafwond zijn er ontvellingen en is er meestal weinig bloedverlies.
Oppervlakkige huidwond door schuring
Slide 11 - Diapositive
EHBO bij een : schaafwond
Spoel de wond goed schoon met lauw stromend (drink)water
Droog de omgeving van de wond met een schone doek.
Kleine schaafwonden aan de lucht laten drogen.
Optioneel: ontsmetten bij infectiegevaar(betadine/ serilon)
Slide 12 - Diapositive
Snijwond
Bij een snijwond worden de gevoelszenuwen in de huid doorgesneden en dat veroorzaakt een felle pijn
(meestal kortdurend).
Een snijwond heeft vaak gladde en gapende wondranden.
Slide 13 - Diapositive
EHBO bij een snijwond
Bij heftige bloeding: oefen druk uit op de wond en bel 1-1-2
Laat grote voorwerpen in een wond zitten(bv glas)
Een snijwond bloedt meestal flink en reinigt daardoor zichzelf
Droog de omgeving van de wond af met schone doek.
Dek de wond af: hechtstrip, pleister, gaasje of snelverband.
Slide 14 - Diapositive
Zwaluwstaart
Bij een iets grotere maar niet diepe snijwond, gebruik je bij voorkeur een hechtstrip.
Is de wond te groot dan het gehecht moet worden.
Slide 15 - Diapositive
snelverband: kant en klaar
Slide 16 - Diapositive
Kind met snijwond doorsturen naar de huisartsenpost of spoedeisende hulp (SEH) als:
-het bloeden niet stopt;
- er sprake is van veel bloedverlies;
- een drukverband nodig is om het bloeden te stoppen;
-de wond dieper is dan 3 millimeter en/of langer dan 13 millimeter;
-de wond in het gezicht zit.
Slide 17 - Diapositive
EHBO bijtwond
-Grondige reiniging noodzakelijk
-altijd doorsturen naar een arts
-Mogelijk tetanus prik
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Brandwond
Slide 20 - Carte mentale
Brandwond
Een brandwond is een beschadiging van de huid door hitte (vuur, vlammen, explosie, hete vloeistoffen of hete voorwerpen), contact met bijtende stoffen en elektriciteit of door blootstelling aan straling (vooral van de zon).
Slide 21 - Diapositive
Behandeling n
Zorg voor een veilige werkomgeving STOP procedure.
en – en indien van toepassing de luier!
Voorkom onderkoeling: koel de brandwond, niet het slachtoffer.
Waarschuw een huisarts bij grote blaren, een open wond, of elektrisch of chemisch letsel.
Vervoer een slachtoffer indien mogelijk zittend
Cette vidéo n'est plus disponible
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Vidéo
EHBO brandwond
Koel minimaal 10 minuten met lauw zacht stromend water
Verwijder zo snel mogelijk kleding en sieraden( luier)
Laat kleding zitten wanneer het is verkleefd aan de huid!!.
Bedek de wond met plastic huishoudfolie, steriel verband of een schone doek.
Smeer niets op de brandwonden.
Bel 1-1-2 bellen bij ernstige brandwonden.
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Bij een snijwond zijn de gevoelszenuwen ook door gesneden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quiz
Dit is een:
A
eerstegraads
B
tweede graads
C
derde graads
Slide 27 - Quiz
De incubatietijd van tetanus is:
A
3 dagen
B
3 weken
C
3 dagen tot 3 weken
D
3 weken tot 3 maanden
Slide 28 - Quiz
Een schaafwond dek je altijd af met een verband
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quiz
Tetanus krijg je door een virus of een bacterie dat in straat/grondvuil zit?