Delend lidwoord + prendre

Bonjour!

Ik kan de delend lidwoord
herkennen en gebruiken 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 35 min

Éléments de cette leçon

Bonjour!

Ik kan de delend lidwoord
herkennen en gebruiken 

Slide 1 - Diapositive

Welke lidwoorden
ken je in het Frans?

Slide 2 - Question ouverte

Wat valt je op?
Ik eet kaas         Je mange du fromage
zij drinkt cola       Elle boit du coca
Ik koop sla en kersen       j'achète de la salade et des cerises

Tu n'achètes pas de salade, pas de cerises et pas de fromage?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Apprendre 3: het delend lidwoord 
Gebruik: 
Als er in het Nederlands géén lidwoord voor het zelfstandig naamwoord staat, krijg je in het Frans een delend lidwoord. 
BV: Zij eet salade  - Elle mange de la salade. 

Vormen delend lidwoord: 
mannelijk:                   DU
vrouwelijk:                  DE LA
klinker/stomme h:   DE L'
meervoud:                  DES

Slide 5 - Diapositive



Na een ontkenning:
Dan gebruik je in het Frans:

Na een hoeveelheidswoord:
Dan gebruik je in het Frans:


de
d'


de
d'
Het delend lidwoord verandert alleen :

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Het stappenplan voor het delend lidwoord

Stap 1: Ontkenning of hoeveelheidswoord? --> de / d'
Stap 2: Meervoud? --> des
Stap 3: Enkelvoud klinker/stomme 'h' --> de l'
Stap 4: Vrouwelijk? --> de la
Stap 5: Mannelijk? --> du

Slide 9 - Diapositive

Vous êtes prêts ?
Nu volgen een paar vragen om te kijken of je het begrepen hebt.
Bonne chance !

Slide 10 - Diapositive

Tu veux ... coca ?

Kies het juiste delend lidwoord.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 11 - Quiz

Non, je ne veux pas ... coca
A
du
B
de la
C
d'
D
de

Slide 12 - Quiz

Wat is de vertaling van 'veel'
A
beaucoup
B
souvent
C
plusieurs
D
parfois

Slide 13 - Quiz

Wat is de vertaling van 'een beetje'
A
un petit
B
un peu
C
une bête
D
un grand

Slide 14 - Quiz

Wat is de vertaling van 'een kilo sinaasappels'
A
un kilo de rouges
B
un kilo de jaunes
C
un kilo d'oranges
D
un kilo de bleus

Slide 15 - Quiz

Wat is de vertaling van 'een glas cola'
A
une glace de coca
B
une tasse de coca
C
un peu de coca
D
un verre de coca

Slide 16 - Quiz

Vertaal 'ik eet geen vlees'
A
Je ne mange pas du viande.
B
Je ne mange pas des viande.
C
Je ne mange pas de viande.
D
Je ne mange pas d' viande.

Slide 17 - Quiz

Sleep de delend lidwoorden naar de juiste zinnen.
Je mange ... croissants.
Elle boit ... eau minérale.
Ils achètent ... pain.
Elle n'a pas ... chips.
On a peu ... argent
du
d'
de
des
de l'

Slide 18 - Question de remorquage

Oefenen met het delend lidwoord

Ga naar :  p 60
-Maak 16 ab

Bonne chance!




Slide 19 - Diapositive

leg nu zelf uit wat een delend lidwoord is.

Slide 20 - Question ouverte