Startrekenen Vooraf - H 13 Gewicht - Les 3

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 12
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 12

Slide 1 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 12 - Gewicht - les 3
Je kunt kilogrammen en grammen omrekenen en als een kommagetal schrijven. 

Doel van les 2:

Slide 2 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 12 - Gewicht - nakijken les 2

Slide 3 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 12 - Gewicht - nakijken les 2

Slide 4 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 12 - Gewicht - les 3
Je kunt deze eenheden ook in kale sommen naar elkaar omrekenen.
 
Je kunt een eenvoudige berekening uitvoeren met één omrekenstap (g-kg) en één basisbewerking. 
Doel van de les:

Slide 5 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
12.3  Gram en kilogram   
Als iets meer dan 1.000 gram weegt, kun je het gewicht schrijven als kommagetal in kilogram.



les 3
Hoeveel kilogram wegen de wortels?


Slide 6 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
12.3  Gram en kilogram   
les 3
Hoeveel kilogram wegen de wortels?


De wortels wegen 1.200 g.
1,000 g = 1 kg.
200 g = 0,2 kg.
1 kg + 0,2 kg = 1,2 kg.
 

De wortelen wegen 1,2 kg.
1.200 g is dus hetzelfde als 1,2 kg.

Slide 7 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
12.4  Rekenen met gewicht
Je kunt ook rekenen met gewicht.
Soms moet je kilogrammen omrekenen naar 
grammen om iets uit te rekenen.



les 3
Marloes koopt 4 blikken met tomatenblokjes.
Hoeveel gram tomatenblokjes koopt Marloes?



Slide 8 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
12.4  Rekenen met gewicht
les 3
Marloes koopt 4 blikken met tomatenblokjes.
Hoeveel gram tomatenblokjes koopt Marloes?



Stap 1
Schrijf de inhoud in gram.
0,4 kg = 400 g.

Slide 9 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
12.4  Rekenen met gewicht
les 3
Marloes koopt 4 blikken met tomatenblokjes.
Hoeveel gram tomatenblokjes koopt Marloes?



Stap 2
Reken uit.
Marloes koopt 4 blikken tomatenblokjes.
In elk blik zit 400 g.
4 x 400 g = 1.600 g.

Marloes koopt 1.600 gram tomatenblokjes.

Slide 10 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
maken
les 2
opdracht 24 blz. 219 tot en met 
opdracht 28 blz. 222


WAT?
KLAAR?
Oefeningen - Gram en Kilogram - Drie oefeningen maken

Slide 11 - Diapositive