Mensen met een verstandelijke beperking 2

1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Wat is jouw beeld bij mensen met een verstandelijke beperking?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verstandelijke beperkt volgens de DSM V

Slide 14 - Diapositive

Dit betekent dat er beperkingen zijn in zowel verstandelijk als adaptief (aanpassingsvermogen) functioneren.

1. Een significant lagere score op intellectuele functies: zoals redeneren, probleem oplossen, abstract denken, oordelen, schools leren en leren door ervaring.

2. Men heeft een tekort in het aanpassingsvermogen om goed te functioneren in één of meerdere aspecten van het dagelijks leven, waaronder communicatie, deelname aan het sociale leven, schools of beroepsmatig functioneren en persoonlijke zelfstandigheid thuis of in de directe sociale omgeving.

3. 3. De tekorten in het verstandelijk functioneren en het aanpassingsvermogen beginnen gedurende de ontwikkelingsperiode, dus in de eerste 18 levensjaren.
Drie domeinen
Bij een verstandelijke beperking dienen volgens de DSM­5 beperkingen te bestaan in zowel het verstandelijk
als het adaptieve functioneren:


en het beoordelen van nieuwe situaties.
• Het sociale domein betreft onder andere het besef van de gedachten, gevoelens en ervaringen van
anderen (empathie), interpersoonlijke communicatieve vaardigheden, het vermogen om vriendschap te
sluiten en het sociale oordeelsvermogen.
• Het praktische domein omvat het leervermogen en zelfmanagement in verschillende levenssituaties,
waaronder zelfverzorging, de verantwoordelijkheden van een baan, geldbeheer, vrijetijdsbesteding,
zelfmanagement van gedrag, en het plannen van taken op school en het werk.
whitepaper
®
2 2 || 54
Deficiënties in de intellectuele functies
In de DSM­5 is de bepalende rol van IQ­scores teruggebracht, door deze uit de criteria te halen en te verplaa

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het conceptuele (onderwijs)domein
competenties op het gebied van het geheugen,
taal, lezen, schrijven, rekenkundig redeneren, het verwerven van praktische kennis, probleem oplossen
en het beoordelen van nieuwe situaties

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Het praktische domein
Het leervermogen en zelfmanagement in verschillende levenssituaties:
Zelfverzorging, verantwoordelijkheden van een baan, geldbeheer, vrijetijdsbesteding,
Zelfmanagement van gedrag, plannen van taken op school en het werk. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het sociale domein 
 Besef van gedachten, gevoelens en ervaringen van
anderen (empathie), interpersoonlijke communicatieve vaardigheden, vermogen om vriendschap te
sluiten en het sociale oordeelsvermogen.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verstandelijke beperking
  • Cliënten met een verstandelijke beperking verschillen heel erg van elkaar. Er is dus niet één definitie van iemand met een verstandelijke beperking.

  • Wel wordt er binnen de gezondheidszorg uitgegaan van vier niveaus van de verstandelijke beperking. Deze niveaus zijn gebaseerd op het IQ.

  • Zeer ernstig verstandelijk beperkt, ernstig verstandelijk beperkt, matig verstandelijk beperkt en licht verstandelijk beperkt.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Licht en matig verstandelijk beperkt

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling verstandelijk beperkten
Licht verstandelijk beperkt: IQ 50-70 (70%)
--> Ontwikkelingsleeftijd 9-12 jaar
Matig verstandelijk beperkt: IQ 35 tot 50
--> Ontwikkelingsleeftijd 6-9 jaar
Ernstig verstandelijk beperkt: IQ 20-35
--> Ontwikkelingsleeftijd 3-5 jaar
Zeer ernstig verstandelijk beperkt: IQ minder dan 20 (5%)
--> Ontwikkelingsleeftijd onder de 3 jaar

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


De definitie van verstandelijke beperkt
A
is zichtbaar voor het 18e jr
B
A C D zijn juist
C
is er sprake van beperkt intellectueel vermogen
D
is er sprake van problemen in aanpassingsvermogen

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke ontwikkelingsleeftijd is van toepassing bij ernstig verstandelijk beperkt

A
10-12 jaar
B
7-9 jaar
C
4-6 jaar
D
0-3 jaar

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

We noemen iemand verstandelijk beperkt als het IQ onder de 100 is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz


IQ onder de 80 
Problemen met leren en gedrag
Achterlopen in de ontwikkeling 

Iemand met autisme is ook verstandelijk beperkt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Participatie is in te delen in domeinen.
Jack is verstandelijk beperkt en gaat elke woensdag avond zwemmen in het plaatselijk zwembad.
A
Maatschappelijke deelnemen
B
Maatschappelijke bijdragen
C
Sociale contacten
D
Eigen inkomen

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Marieke is 21 jaar en licht verstandelijk beperkt. Wat is haar ontwikkelingsniveau?
A
0-2 jaar
B
2-4 jaar
C
4-8 jaar
D
8-12 jaar

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

André is 30 jaar en ernstig verstandelijk beperkt. Wat is zijn ontwikkelingsniveau?
A
0-2 jaar
B
2-4 jaar
C
4-8 jaar
D
8-12 jaar

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verstandelijk beperkten mogen stemmen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de maatschappij zich zo veel mogelijk aanpast aan de behoeften van verstandelijk beperkte mensen, spreekt men van Community Care.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht in Groepjes
Wat zijn aandachtspunten in de begeleiding bij:
- Licht verstandelijk beperkt
- Matig verstandelijk beperkt
- ernstig verstandelijk beperkt
- zeer ernstig verstandelijk beperkt

timer
10:00

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions