NaSk Rendement

Rendement: hoe zat dat ook al weer?
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Rendement: hoe zat dat ook al weer?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Je stopt 100 Joule aan energie en een lamp. Er wordt 20 Joule aan energie gebruikt voor licht?
Wat is het rendement?
A
20%
B
60%
C
40%
D
80%

Slide 3 - Quiz

Je stopt 100 Joule aan energie in een motor. 40 Joule wordt niet nuttig gebruikt.
Wat is het rendement?
A
20%
B
60%
C
40%
D
80%

Slide 4 - Quiz

Wat betekent dit nou?

Slide 5 - Diapositive

Welke lamp heeft het laagste vermogen? Hoe kan dit?

Slide 6 - Question ouverte

Watt is vermogen
Vermogen (P)
spanning (U)
stroomsterkte (I)

Watt 
volt
x
ampère 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

dus...

Slide 10 - Diapositive

Een waterkoker heeft een vermogen van 1200 W. Er wordt 700 W gebruikt voor het verwarmen van het water. Wat is het rendement van de waterkoker?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Rendement is de verhouding tussen de energie wat erin komt en wat...
A
onnuttig wordt gebruikt
B
nuttig wordt gebruikt

Slide 13 - Quiz

Een elektrische straalkachel maakt warmte en licht. Het rendement van de straalkachel is 80 %
Hoeveel procent niet nuttige energie ontstaat er?
A
100 %
B
80 %
C
20 %

Slide 14 - Quiz

Een gloeilamp levert 20J aan warmte. Het rendement is 30%. Hoeveel energie wordt verbruikt?
A
20 x 0,30 --> 6,0 J
B
20 / 0,30 --> 67 J
C
20 x 0,70 --> 14 J
D
20 / 0,70 --> 29 J

Slide 15 - Quiz

Gloeilamp
Een gloeilamp levert 20J aan warmte. Het rendement is 30%. Hoeveel energie wordt verbruikt?

Niet alle energie wordt nuttig gebruikt. 
Door het percentage nuttige energie 
te berekenen, kun je het rendement vinden.

Slide 16 - Diapositive

Gloeilamp
Een gloeilamp levert 20J aan warmte. Het rendement is 30%. Hoeveel energie wordt verbruikt?

1. Hoeveel % nuttige energie? 30% (licht!)
2. Hoeveel % niet-nuttige energie? 100% - 30% = 70% (warmte!)
3. Hoeveel warmte? 20J
4. dus:
nuttige energie
niet-nuttige energie
Totaal
Percentage
30%
70%
30% + 70% = 100%
Joule
8,6J
20J
8,6J + 20J = 28,6J

Slide 17 - Diapositive