Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Oorzaken ongevallen
Slide 2 - Carte mentale
Ongevallen door elektriciteit worden vaak veroorzaakt door:
kapotte machines en toestellen
slechte of ontbrekende aardverbindingen
beschadigingen aan bedrading en leidingen
onoplettendheid, onachtzaamheid en onwetendheid
verkeerde aanleg of montage
het aanraken van delen die onder spanning staan
onoordeelkundig gebruik van elektrische installaties en materialen
fouten die gemaakt worden bij onderhoud- en reparatiewerkzaamheden
Slide 3 - Diapositive
Noem mogelijke gevolgen van het werken met elektriciteit
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Vidéo
De stroomsterkte bij doorgang door het lichaam wordt bepaald door:
het spanningsverschil
de elektrische weerstand van de ondergrond, inclusief het schoeisel. Een beton- of klinkervloer heeft weinig weerstand en is daarom gevaarlijker dan een vloer met linoleum of een rubberen mat
Slide 6 - Diapositive
Secundair letsel kun je oplopen bij het werken met elektriciteit in de volgende gevallen:
bij stroomdoorgang kun je schrikken en daardoor letsel oplopen
bij kortsluiting kun je geraakt worden door rondvliegend materiaal
weggeslingerd worden door de drukgolf
Slide 7 - Diapositive
Noem 1 voorbeeld van secundair letsel
Slide 8 - Question ouverte
Veiligheidsmaatregelen bij elektrische installaties en vaste apparatuur :
fysieke afscherming; dit is een afscherming of omhulsel waardoor onder spanning staande delen onbereikbaar zijn, bijvoorbeeld een schakelkast en de omkasting van een wasmachine.
isolatie; de stroomvoerende delen zijn dan omgeven met een materiaal dat alleen kan worden verwijderd door het kapot te maken. Dit kan met niet geleidend materiaal, bijvoorbeeld met keramiek, rubber of kunststof.
dubbele isolatie; dit betekent dat een machine dubbel geïsoleerd is en niet geaard mag worden.
Slide 9 - Diapositive
Het is mogelijk dat fysieke afscherming of isolatie door omstandigheden onvoldoende bescherming biedt of stuk gaat. Dan kun je deze veiligheidsmaatregelen nemen:
veiligheidsaarding: betekent dat we de uitwendige delen van een toestel met aarde verbinden. Hierdoor kan bij een defect het uitwendige metaal niet onder spanning komen te staan. Om zeker te zijn van de goede werking sluiten we bij aarden zo veel mogelijk aan op het bestaande aardnet.
aardlekschakelaars: detecteert of er stroom ‘weglekt’ naar aarde. Als de lekstroom boven een bepaalde waarde komt schakelt de aardlekschakelaar de spanning af. Een aardlekschakelaar moet regelmatig worden getest en biedt geen bescherming tegen overstroom, opwarming en kortsluiting. Een aardlekschakelaar biedt geen absolute veiligheid.
Slide 10 - Diapositive
Vragen???
In teams bespreken we hoe je de vragen en antwoorden en de samenvatting kunt maken.