Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Customer Journey
Leerjaar 1 | 2024 - 2025
Periode 3 | Week 1
Bedrijfskolom
Docent
Elise van der Velde
Slide 1 - Diapositive
🤝 Samenwerken doen we zo
🚰 Drinken (water) mag, eten doe je buiten het lokaal.
🕘 Kom op tijd. Deur dicht? De docent haalt je van de gang.
📵 Telefoon weg in je jas of tas, tenzij de docent anders aangeeft.
📚 Tas van tafel en jas uit. Pak na binnenkomst meteen je lesmateriaal.
Docent aan het woord. Stil zijn en luisteren. Ook zijn de laptops dicht.
Slide 2 - Diapositive
✅ Presentie: Fijn dat je er bent! 😀👍
Slide 3 - Diapositive
📚 Lesmateriaal
Inspelen op de customer journey
Sarphati Commercie
ISBN 9789037264463
Zowel boek als digitale leeromgeving.
+ Syllabus: Leereenheid Customer Journey 3
Belangrijk: Zorg dat je iedere les je boek en syllabus bij je hebt!
Slide 4 - Diapositive
📚 Leerdoelen
je weet hoe een bedrijfskolom in elkaar kan zitten.
je weet wat bedrijfstakken en branches zijn.
je weet het verschil tussen groothandel en detailhandel, en je bergijpt de functie van beide.
je weet welke soorten groothandel er zijn.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Slide 7 - Diapositive
Bedrijfskolom - Schakels
de bedrijven die het product voortbrengen of verhandelen
eerste schakel: Oerproducent
tweede schakel: Bijvoorbeeld Opkopers
één schakel van de bedrijfskolom stelt alle bedrijven voor die dezelfde taak voor het product uitvoeren.
Slide 8 - Diapositive
Toegevoegde waarde
Verschil tussen de verkoopprijs en de kosten die voor het product zijn gemaakt.
elke schakel in de bedrijfskolom voegt waarde tie aan het product en wil daarvoor betaald krijgen
Slide 9 - Diapositive
Bedrijfstak
alle bedrijven die ongeveer hetzelfde werk doen
bedrijven in dezelfde schakel van een bedrijfskolom
Slide 10 - Diapositive
Bedrijfstak Technologie
Slide 11 - Diapositive
Bedrijfstak Detailhandel
Slide 12 - Diapositive
Branche
Een branche wordt ook wel een economische sector genoemd. Het is een naam voor alle bedrijven die werken in een bepaalde categorie diensten en producten, zoals de bouw.
Slide 13 - Diapositive
Branche levensmiddelen
Slide 14 - Diapositive
MeubelBranche
Slide 15 - Diapositive
Voorbereiding
Groepen vormen (3p)
Samenwerkingscontract (zie reader)
Slide 16 - Diapositive
Aan wie verkoopt een groothandel?
Slide 17 - Question ouverte
Voorbeeld van?
A
Importeur
B
Exporteur
C
Grossier
D
groothandel
Slide 18 - Quiz
De consument is de laatste Schakel
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
De oer producent geeft geen toegevoegde waarde aan het product
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
Om de toegevoegde waarde te berekenen moet elke schakel de productiekosten aftrekken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Youssef reist één keer per jaar naar Marokko om olijfolie in te kopen. Dit bottelt hij en verkoopt deze op de markt in Hoogeveen. Welke handel doet hij?
A
Kleinhandel
B
importeur
C
Exporteur
D
Collecterende groothandel
Slide 22 - Quiz
Het bedrijf Greensales koopt bij kwekers partijen Olijfbomen en verkoopt deze door, per 50 stuks, aan tuincentra. Wat voor handel heeft Greensales?
A
Kleinhandel
B
Distribuerende groothandel
C
Exporteur
D
Collecterende groothandel
Slide 23 - Quiz
Voorbereiding
Maken hoofdstuk 3 opdracht 1 t/m 14
Inlezen casus meubel wereld--> deelopdracht 1
Slide 24 - Diapositive
Alles klaar?
Starten met hoofdstuk 1 De bedrijfskolom
1.1 Bedrijfskolom Meubelwereld
Slide 25 - Diapositive
Einde les
Wat hebben we vandaag geleerd?
Hoe ver zijn we met alle opdrachten?
Hebben we nog vragen over de opdrachten?
Slide 26 - Diapositive
Bedankt voor jullie inzet en tot de volgende keer👋
Slide 27 - Diapositive
Pauze
pauze
10 minuten
timer
10:00
Slide 28 - Diapositive
Deelopdracht 1
Je weet hoe een bedrijfskolom in elkaar kan zitten.
Je begrijpt hoe een supply chain in elkaar kan zitten en wat het nut is van ketenmanagement.
Je weet wat bedrijfstakken en branches zijn.
Je kent en begrijpt het verschil tussen groothandel en detailhandel, en je begrijpt de functie van beide.
Je weet welke soorten groothandel er zijn.
Je kent verschillende commerciële samenwerkingsvormen en je begrijpt het nut daarvan.