2M1 - 11 juni

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

2M1 - Vrijdag 11 juni
samen:
uitleg en vragen

zelfstandig:
 - insturen huiswerk
 - maken herhalingsvragen
 - maken oefenvragen
Nodig:
- iPad
- Etui
- Werkboek blz. 90

Slide 2 - Diapositive

Deze les:
  • Bespreken huiswerk
  • Uitleg: Paragraaf 5.2
  • Huiswerk

Slide 3 - Diapositive

2M1 - Donderdag 4 juni
samen:
uitleg en vragen

zelfstandig:
 - insturen huiswerk
 - maken herhalingsvragen
 - maken oefenvragen
§5.2 'De Koude Oorlog'
NIEUW

Slide 4 - Diapositive

Koude oorlog 
'Ideologische vijandigheid en een wapenwedloop tussen de Sovjet-Unie (en haar bondgenoten) en de Verenigde Staten (en haar bondgenoten)'

Slide 5 - Diapositive

Waarom wordt de Koude Oorlog de KOUDE Oorlog genoemd?
A
Het is een oorlog gevoerd in een erg koude periode.
B
Het is een oorlog waarin veel kernwapens gebruikt worden.
C
Een oorlog waarin weinig directe actie wordt ondernomen.
D
Een oorlog waarin de sfeer erg 'koel' is.

Slide 6 - Quiz

KOUDE oorlog
NOOIT opschrijven
We noemen de Koude oorlog niet 'koud' omdat het daadwerkelijk koud was. Dit antwoord is altijd fout en maakt mij aan het huilen, dus nooit invullen!

Slide 7 - Diapositive

KOUDE oorlog
WEL opschrijven
Ken je de uitdrukking 'in het heetst van de strijd'? Een oorlog wordt vaak geaccocieerd met woede en hitte en vlammen. 
Tijdens de Koude oorlog hebben de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten nooit (direct) tegen elkaar gevochten. De oorlog was dus 'koud'...


Slide 8 - Diapositive

Wie is de beste?
In het begrip koude oorlog heeft het over een 'ideologische strijd'. Een ideologie is een denkwijze over mensen en de maatschappij. 

De ideologie van de Sovjet-Unie was het communisme.
De ideologie van de Verenigde Staten was het kapitalisme.

Tijdens de Koude oorlog proberen zij elkaar te bewijzen dat hun ideologie het beste is.

Slide 9 - Diapositive

Invloedssfeer

Na de Tweede Wereldoorlog raakt Europa verdeeld. Er ontstaan twee invloedssferen. Een invloefdssfeer is een gebied waar een land invloed heeft.

Oost-Europa --> Sovjet-Unie
West-Europa --> Verenigde Staten


Slide 10 - Diapositive

Wat is een invloedssfeer?
A
Een grootmacht dat graag de macht heeft over een ander land.
B
Een gebied of regio waar een land veel invloed op heeft.
C
Een gebied of regio waar een ontzettend gezellige sfeer is.
D
Een gebied dat graag iets te zeggen heeft over zichzelf.

Slide 11 - Quiz

Onder welke invloedssfeer valt Nederland?
A
Westblok en kapitalisme
B
Westblok en communisme
C
Oostblok en kapitalisme
D
Oostblok en communisme

Slide 12 - Quiz

Militair
In 1949 wordt de NAVO opgericht. 
Dit is een militair bondgenootschap tussen de VS, Canada en West-Europese landen. Er werd afgesproken dat de landen erlkaar zouden helpen bij een (communistische aanval).

In 1955 richten de S-U als reactie ook en militair bondgenootschap op, het Warschaupact. Hierin zaten Oost-Europese landen onder leiding van de Sovjet-Unie. 




Slide 13 - Diapositive

Communisme 
Kapitalisme 
Warschaupact
Stalin
Eenpartijstaat
NAVO
Vrije markt
Democratie
Oost-blok
Vrije ondernemers
Vrijheid
Gelijkheid
Sovjet-Unie
Alles eigendom van de staat
Groei en welvaart
West-blok
Verenigde Staten

Slide 14 - Question de remorquage

IJzeren Gordijn

Slide 15 - Diapositive

IJzeren Gordijn
Europa raakte tijdens de Koude OOrlog letterlijk verdeeld. Er was een IJzeren Gordijn dwars door Europa. 

De grens tussen het westblok en oostblok was een een echte grens, maar ook een ideologische grens. Er waren hekken, prikkeldraad en wachttorens. Maar ook persoonlijke redenen om niet over de grens te gaan. 

Slide 16 - Diapositive

Huiswerk



Paragraaf 5.2
Opdracht 3 en 5



Donderdag 17 juni - 2e uur
- Infoboek blz. 
- Werkboek blz. 90

Slide 17 - Diapositive

Leerstof toetsweek


Leren:
  • Tekstboek §5.1 t/m §5.4 (blz. 72 t/m 79)
  • Begrippen (tekstboek blz. 84) 
  • Werkboek §5.1 opdr. 1 t/m 6
  • Werkboek §5.2 opdr. 2 t/m 6
  • Werkboek §5.3 opdr. 2 t/m 7
  • Werkboek §5.4 opdr. 2, 3, 5 en 8
  • Lessonup + 'aantekeningen'
Hoofdstuk 5
Paragraaf 5.1 t/m 5.4

Slide 18 - Diapositive