Futur proche en bnw

Bonjour tout le monde!
-> Je kunt de futur proche herkennen en gebruiken.
-> Je kunt het bijvoeglijk naamwoord herkennen en op de juiste plaats zetten.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Bonjour tout le monde!
-> Je kunt de futur proche herkennen en gebruiken.
-> Je kunt het bijvoeglijk naamwoord herkennen en op de juiste plaats zetten.

Slide 1 - Diapositive

Plan du cours
15 minutes
-> Futur proche

15 minutes
-> Bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Diapositive

Futur Proche

Slide 3 - Diapositive

Futur proche
-> Nabije toekomst
-> Straks, morgen, over 2 weken
-> Aller + hele werkwoord


-> Nederlands = ik ga spelen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Aller + hele werkwoord
-> Ik ga lopen
-> Je vais marcher

-> Hij gaat eten
-> Il va manger

-> Jij gaat doen
-> Tu vas faire

Slide 6 - Diapositive

Zij gaan dansen.
A
Ils vont dansé
B
Ils va danser
C
Ils vont danser
D
Ils ont dansé

Slide 7 - Quiz

wij gaan eten.
A
On va manger
B
On va mangé
C
On a mangé
D
On aller manger

Slide 8 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord
-> Zegt iets over het zelfstandig naamwoord
-> In het frans = meestal achter het zelfstandig naamwoord

-> De Blauwe auto -> La voiture bleue
-> De belgische jongen -> Le garçon belge

Slide 9 - Diapositive

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

Ik heb een mooi huis.
A
Ik
B
heb
C
Mooi
D
Huis

Slide 10 - Quiz

Uitzonderingen -> voor znw!
Liedje!!!!

Bon, beau, joli, gros, jeune, haute, nouveau, long, petit, grand, vieux, mauvais, autre, large trala


Slide 11 - Diapositive

Lukt de futur proche en het bijvoeglijk naamwoord?
Futur proche lukte alleen bijvoeglijk naamwoord niet.
Bijvoeglijk naamwoord wel, futur proche niet.
Allebei wel.
Allebei niet.

Slide 12 - Sondage

Weektaak

Chapitre 2, leçon 4
Vocabulaire 'mes passions' in quizlet of WRTS of op papier

Slide 13 - Diapositive