4GTL formatieve toets lezen woordenschat taalverzorging H1 en H2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Herhaling lezen, woordenschat, taalverzorging H1 + H2

Wat gaan we deze les doen en wat is het doel?

- D.m.v. verschillende vragen de lesstof van H1 + H2 herhalen

- Meten en bepalen welke lesstof je al beheerst en welke niet

- Stukje extra uitleg bij opdrachten die jullie moeilijk vinden

- Erachter komen waar je de komende dagen nog tijd aan moet besteden

- Hopelijk een mooi resultaat volgende week bij het SE

Noem een manier waarop de schrijver een tekst kan inleiden.

Op welke manier/manieren kan de schrijver een tekst afsluiten?

1. Een belangrijke vraag stellen
2. Een advies geven
3. Een toekomstverwachting noemen
4. Een conclusie trekken

Een hoofdgedachte vind je altijd in het begin van de tekst.

1. Waar
2. Niet waar

Leg uit wat een tekstverband is.

Om mijn examen te halen, zal ik nog hard moeten leren.
Welk tekstverband hoort hierbij?

1. Doel-middel
2. Oorzaak-Gevolg
3. Reden
4. Opsomming

Als je nu je kamer opruimt, mag je vanavond naar de stad.
Welk tekstverband hoort hierbij?

1. Doel-middel
2. Oorzaak-Gevolg
3. Voorwaarde
4. Tegenstelling

Ik viel van mijn fiets doordat het zo glad was.
Welk tekstverband hoort hierbij?

1. Reden
2. Oorzaak-Gevolg
3. Tegenstelling
4. Conclusie

Noem minimaal één signaalwoord dat hoort bij de tegenstelling

Geef de betekenis van het woord "elders"

Geef de betekenis van het woord "formaat"

Heef de betekenis van het woord "trachten"

Schrijf de afkorting "ca." voluit en geef de betekenis.

De dagen van de week en de maanden van het jaar schrijf je in het Nederlands met een hoofdletter.

1. Waar
2. Niet waar

Staan alle leestekens in de volgende zin op de juiste plekken?
Eric zegt: "waarom ben jij boos?"

1. Ja
2. Nee

Welk leesteken mis ik in de volgende zin?
Terwijl ik een boek lees maakt mijn broer zijn huiswerk.

1. Hoofdletter
2. Dubbele punt
3. Aanhalingsteken
4. Komma

Voeg de juiste leestekens toe aan de volgende zin:
voor deze les hebben we veel spullen nodig een laptop een boek en een schrift

Hoe vind ik de persoonsvorm ALTIJD in een zin?

Hoe schrijf je het ontbrekende woord?
Hoe (worden)..... je eigenlijk nieuwslezer?

1. wordt
2. word
3. wort

Hoe schrijf je het ontbrekende woord?
Het vliegtuig (landen) ..... gisteren om 17.00 uur.

1. lande
2. landde
3. landen
4. landden

Hoe schrijf je het ontbrekende woord?
Het vliegtuig (landen) ..... gisteren om 17.00 uur.

1. lande
2. landde
3. landen
4. landden

Hoe schrijf je het ontbrekende woord?
Hoe vaak ben jij al (verhuizen) .....?

1. verhuist
2. verhuisd
3. verhuisdt

Hoe schrijf je het ontbrekende woord?
De (vergroten) ..... foto hangt aan de muur.

1. vergrootte
2. vergrote

Welk woord is goed gespeld?

1. Zuid Frankrijk
2. honderd vijftig
3. er voor
4. middelbareschooldiploma

Neem de volgende zin over en haal de fouten eruit:
In de film zaal zat Suus achter aan en daar door kon ze de onder titeling niet lezen.

Heb je de meeste fouten gemaakt in het onderdeel lezen, woordenschat of taalverzorging?

1. lezen
2. woordenschat
3. taalverzorging

Waar moet je de komende dagen nog even goed mee aan de slag, zodat je volgende week een voldoende kunt halen?

Wat moet je nu nog doen?

 Oefen de online extra opdrachten die je nu nog lastig vond

Ga naar:

SomToday-->leermiddelen--> Nieuw Nederlands--> Kies voor H1 of H2 --> kies voor lezen, woordenschat of spelling --> kies voor extra opdrachten

-

- Leer de woordjes van het stencil van H1 en H2

Wat moet je nu nog doen?

- Leer de theorie (groene kaders) in je boek van de onderdelen lezen en taalverzorging H1 en H2

- Leer de woordjes (woordenschat) van het stencil van H1 en H2