Biologie T1 BS 2 hv

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Ik weet wat biologie inhoudt en Waar biologie zich mee bezighoudt.

Ik ken de verschillen tussen levend, dood & levenloos

Ik ken de 7 levensverschijnselen

IkJe kunt omschrijven wat groei en wat ontwikkeling is

Je kunt de delen van een zaad noemen en hun functie

Je kunt de levencyclus van een zaadplant.

Thema 1, bladzijde 19. 20 en 21

Biologie

 sept

We maken de opdrachten bij les 2:

opdracht 1 t/m 9

Leerdoelen behaald?

Nog even niet :)

Basisstof 2:

'groei en ontwikkeling'

blz. 18 handboek

21

Wat gaan we doen?

Herhaling vorige les

Verder met basisstof 2: 'groei ontwikkeling'

Uitleg + oefening

Activiteit (levenscyclus flipbook)

Herhaling vorige les

Leerdoel basisstof 1: Organismen

3. Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is

levenloos

1

dood

2

levend

3

levenloos

4

dood

5

dood

7

levend

8

levend

6

levenloos

9

LEVEND

DOOD

LEVENLOOS

Leerdoelen van Basisstof 2:

'groei en ontwikkeling'

4. Je kunt omschrijven wat groei en wat ontwikkeling is.

5. Je kunt de delen van een zaad noemen met hun functie

6. Je kunt de levenscyclus van een zaad beschrijven.

Begrippen: groei, ontwikkeling, levenscyclus

Groei

Groei

Het groter en zwaarder worden van een organisme

Ontwikkeling

Ontwikkeling

Veranderingen in de bouw van een organisme.

Het kikkervisje had eerst nog geen poten, later wel.

Wat gebeurde er in de eerste dagen?

1. groei
2. ontwikkeling

Zie je ontwikkeling bij dag 9 en 10?

1. Ja
2. Nee

Je ziet nu bloemen verschijnen. Dit is een voorbeeld van...

1. groei
2. ontwikkeling

De bloemen gaan open en dicht. Welk levenskenmerk past hier bij?

De tomaten worden groter. Welk begrip past hier goed bij?

1. Groei
2. Ontwikkeling

Wat gebeurde er in de eerste dagen?

1. groei
2. ontwikkeling

Zie je ontwikkeling bij dag 9 en 10?

1. Ja
2. Nee

Je ziet nu bloemen verschijnen. Dit is een voorbeeld van...

1. groei
2. ontwikkeling

De bloemen gaan open en dicht. Welk levenskenmerk past hier bij?

De tomaten worden groter. Welk begrip past hier goed bij?

1. Groei
2. Ontwikkeling

Welk doel hebben de tomaten
voor de plant?

Bruine boon

Zaadhuid: het vlies om het zaad heen voor bescherming

Navel: hier zat het zaad vast aan de plant

Hartvormig bultje: deel van de navel

Poortje: opening voor opname water

Zaadlobben: bevatten reservevoedsel

Kiem: aanzet van wortel en blaadjes

buitenaanzicht bruine boon

binnenaanzicht bruine boon

Aan de slag

We maken de opdrachten bij les 2:

Opdracht 1 t/m 9

sytze tomatenplant