H1 synoniemen

Synoniemen


1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Synoniemen


Slide 1 - Diapositive

Als het goed is weet je wat synoniemen zijn. Kies het juiste antwoord.
A
Woorden met meerdere betekenissen.
B
Woorden die ongeveer hetzelfde betekenen.
C
Woorden met maar één betekenis.
D
Tegengestelde woorden.

Slide 2 - Quiz

Wat is een synoniem voor afkijken?
A
spieken
B
overschrijven
C
nakijken
D
afpakken

Slide 3 - Quiz

Als je naar een fragment uit een
tv-programma kijkt, wat zie je dan?
A
een stukje van het tv-programma
B
het begin van het tv-programma
C
het einde van het tv-programma
D
het hele tv-programma

Slide 4 - Quiz

Wat is een amusementsprogramma voor een soort programma?
A
Een tv-programma dat jou iets wil leren.
B
Een tv-programma dat jou wil informeren.
C
Een tv-programma dat jou wil vertellen over het nieuws.
D
Een tv-programma dat jou wil vermaken.

Slide 5 - Quiz

Op school mengen we jongens en meisjes door elkaar.
Synoniem voor mengen is
A
weggooien
B
knoeien
C
mixen
D
regelen

Slide 6 - Quiz

De leerling is vaak absent.
Synoniem voor absent is
A
absent
B
afwezig
C
aanwezig
D
bijzonder

Slide 7 - Quiz

In de fabriek worden veel schoenen geproduceerd.
Synoniem voor produceren is
A
verhuizen
B
maken
C
product
D
leren

Slide 8 - Quiz

Synoniem voor gevaar
A
risico
B
ongeluk
C
uitglijden
D
ongevaarlijk

Slide 9 - Quiz

Synoniem voor:
misdadige
A
gevaarlijke
B
vaak
C
eerlijke
D
criminele

Slide 10 - Quiz

Synoniem voor eerlijk
A
betrouwbaar
B
gezellig
C
lief
D
onaardig

Slide 11 - Quiz

Synoniem voor vaak
A
nooit
B
af en toe
C
soms
D
regelmatig

Slide 12 - Quiz

De mensen zijn zeer sympathiek.
Synoniem voor sympathiek
A
onvriendelijk
B
vriendelijk
C
onbelangrijk
D
belangrijk

Slide 13 - Quiz