Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
4H spelling § 4-13
blz. 278-298
Slide 1 - Diapositive
Deze les:
- Overzicht periode 1 (wat moeten we nog doen?)
- Start spelling § 4-13 (Hoofdletters en leestekens) > Uitleg en oefenen - Toets werkwoordspelling inzien/ inhaalafspraak maken
Slide 2 - Diapositive
Overzicht periode 1
Toets leesvaardigheid 15x
Toets spelling 1-3 (werkwoorden) 5x
Toets spelling 3-13 5x
Boekverslag handelingsdeel
Slide 3 - Diapositive
Overzicht periode 1
Toets leesvaardigheid 15x
Toets spelling 1-3 (werkwoorden) 5x
Toets spelling 3-13 5x
Boekverslag handelingsdeel
Donderdag 3 nov. nog een lesuur voor de laatste vragen en een laatste keer doorlopen van je verslag. Al klaar? Tijd om te lezen!
Slide 4 - Diapositive
Volgende lessen spelling § 4-13
Slide 5 - Diapositive
Volgende lessen spelling § 4-13
Slide 6 - Diapositive
Spelling § 4 blz. 278
Hoofdletters en leestekens
Slide 7 - Diapositive
Spelling § 4 blz. 278
Hoofdletters en leestekens
Let op: als je iets in het Engels of Duits met een hoofdletter schrijft, hoeft dat nog niet zo te zijn in het Nederlands!
Slide 8 - Diapositive
Hoofdletters, wanneer wel?
Aan het begin van een zin - Een apostrof aan het begin? Dan het tweede woord met een hoofdletter: 's Avonds ga ik naar een verjaardag. 't Zal wel laat worden voor ik thuis kom.
Slide 9 - Diapositive
Hoofdletters, wanneer wel?
Aan het begin van een zin - Een apostrof aan het begin? Dan het tweede woord met een hoofdletter: 's Avonds ga ik naar een verjaardag. 't Zal wel laat worden voor ik thuis kom.
- Hoe zit het bij directe rede? (Als je letterlijk gesproken tekst weergeeft.) Let goed op: de uitspraak begint met een hoofdletter, maar kan later verder gaan zonder hoofdletter, als er geen nieuwe zin begint:
Roos zei: 'Ik wil je nooit meer zien!'
'Zal ik je naar huis brengen?', vroeg Roos aan Peter.
Ik vroeg haar op mijn beurt: 'Ga je nog op vakantie?'
'Als ik hier druk,'zei Toon Hermans, 'doet het daar pijn.'
Slide 10 - Diapositive
Hoofdletters, wanneer wel?
Aan het begin van een zin
Bij persoonsnamen > voor- en achternamen: Max Verstappen Bij een voornaam of voorletter, schrijf je een voorvoegsel zonder hoofdletter. Zonder voornaam of voorletter krijgt (het eerste)voorvoegsel een hoofdletter: Mevrouw Van Leeuwen is de nieuwe directeur van de school. De wedstrijd is gewonnen door Van den Brink.
Slide 11 - Diapositive
Hoofdletters, wanneer wel?
Aan het begin van een zin
Bij persoonsnamen
Bij namen van verenigingen, instellingen, bedrijven of diensten Nederlands Dagblad, Het Heerenlanden, FC Utrecht, Rode Kruis, Laco.
Slide 12 - Diapositive
Hoofdletters, wanneer wel?
Aan het begin van een zin
Bij persoonsnamen
Bij namen van verenigingen, instellingen, bedrijven of diensten
Aardrijkskundige namen (of afleidingen daarvan)
Namen van merken
Historische gebeurtenissen
Straten
Hemellichamen
Gebouwen
Feestdagen
Titels van boeken en films
Tekst
Opdracht: Bedenk van elk een voorbeeld. (Alleen van de wit geschreven categorieën.)
Slide 13 - Diapositive
Hoofdletters, wanneer wel?
Aan het begin van een zin
Bij persoonsnamen
Bij namen van verenigingen, instellingen, bedrijven of diensten
Aardrijkskundige namen (of afleidingen)
Namen van merken
Historische gebeurtenissen
Straten
Hemellichamen
Gebouwen
Feestdagen
Titels van boeken en films
Zuid-Beverland, het rijke Westen, Frans
Adidas, Samsung
Tweede Wereldoorlog, Oktober revolutie
Eksterlaan, Vondelkade, Fonteinstraat
Pluto, de Grote Beer
de Sint-Janskerk, Westend
Suikerfeest, Moederdag, Kerstmis (!)
De donkere kamer van Damokles
Slide 14 - Diapositive
Hoofdletters, wanneer niet?
namen van soorten: een stukje camembert, een dure champagne.
historische periodes: de middeleeuwen, de klassieke oudheid.
afleidingen van feestdagen: kerstboom, kerst, paasvakantie.
maanden
dagen
jaargetijden
windstreken: de wind komt uit het westen.
religies (en afleidingen daarvan): islam, christendom, hindoeïsme, katholiek
Slide 15 - Diapositive
Oefenen en toets inzien
Maak online of in je boek: Opdracht 1 en 2 blz. 279 (digitaal: planning 4)
Toets inzien/ inhaalafspraak maken - Bekijk je antwoorden - Op- of aanmerkingen? Overleg eerst met je buur. - Ik loop zo een rondje, kruis even aan met potlood. Toets inhalen? Kom naar me toe voor een afspraak.