De Grieks-Romeinse Cultuur

Romeinse cultuur (1)
  • De Romeinen veroverden Griekenland.

  • Ze namen veel cultuurelementen over van de Grieken.

  • Zeus werd Jupiter, Ares werd Mars.

  • De Romeinen geloofden in meerdere goden, dat noem je polytheïsme.

  • Goden waren verbonden met de natuur.
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Romeinse cultuur (1)
  • De Romeinen veroverden Griekenland.

  • Ze namen veel cultuurelementen over van de Grieken.

  • Zeus werd Jupiter, Ares werd Mars.

  • De Romeinen geloofden in meerdere goden, dat noem je polytheïsme.

  • Goden waren verbonden met de natuur.

Slide 1 - Diapositive


Zeus/Jupiter

  • God van de donder
  • Oppergod
  • Afgebeeld met bliksemschicht
  • Getrouwd met Hera/Juno, maar ging regelmatig vreemd!

Slide 2 - Diapositive


Hera/Juno

  • Godin van het huwelijk
  • Getrouwd met Zeus/Jupiter, maar dit was geen gelukkig huwelijk
  • Afgebeeld met pauw of staf
  • Behalve zijn vrouw, ook zijn zus

Slide 3 - Diapositive

Romeinse cultuur (2)
  • Typische Romeins was de toga, gladiatoren gevechten en het badhuis.  

  •  Het gebruik van olijfolie, wijn en de architectuur is afgeleid van de Grieken.

  • De Romeinen namen zo veel dingen over van de Grieken dat we ook wel spreken van de Grieks-Romeinse cultuur. 

Slide 4 - Diapositive

Romeinse rechtspraak
  • Je kon ook Romeins burgerrecht krijgen. 
    - Als je in het leger vocht
    - Als je trouwde met een Romeinse soldaat.

  • Je betaalde minder belasting, kon bestuurder worden en had meer rechten bij een rechtszaak.

  • Romeinse wetten:
    - Burger mocht niet zonder proces worden veroordeeld. 
     

Slide 5 - Diapositive

§3.3 De Grieks-Romeinse cultuur
Deel 1

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Wat enkele kenmerken van de Romeinse cultuur zijn
- Hoe de Grieks-Romeinse cultuur zich verspreidt en wat daarvan de invloed is op de Germaanse cultuur
- Hoe het Romeinse Rijk ten einde komt

Slide 7 - Diapositive

Welke gebouwen hadden de Romeinen die wij vandaag nog steeds hebben? Sleep steeds 2 onderdelen van de onderste rij naar een afbeelding in de bovenste rij.

Slide 8 - Question de remorquage

Bouwwerken
De Romeinen maken overal in het rijk bouwwerken 
Ieder bouwwerk heeft een taak
De belangrijkste bouwkenmerken zijn:
Zuilen
De gebouwen werden (deels) ondersteun met zuilen
Bogen
De boog was een stevige bouwvorm
Koepels
Met een koepel kon ruimte gemaakt worden

Slide 9 - Diapositive

Wat is de taak van dit Romeinse bouwwerk?

Slide 10 - Question ouverte

Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.
Het colosseum

Slide 11 - Diapositive

Slaven stoken vuren voor de vloerverwarming en warme ruimten.
Een gezonde geest in een gezond lichaam: de Romeinen vonden sport en hygiëne erg belangrijk.
Er waren gescheiden ruimten voor mannen en vrouwen.
Ook hier weer latrines, de gezamenlijke toiletten.
Baden en ruimten waren er in allerlei temperaturen: van het koude frigidarium tot het snikhete laconium: een soort sauna
Hier bevond zich een gewoon zwembad, zoals je dat tegenwoordig ook kent.
Badhuizen

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Grieks-Romeinse cultuur
Veel van de Romeinse cultuur komt van de Grieken
De Romeinen bewonderen de Grieken en hun cultuur
Ook kennen zij de cultuur door de Griekse kolonies
Ze nemen bijvoorbeeld Griekse beeldhouwkunst en goden over

Slide 15 - Diapositive

De Romeinen nemen de Griekse goden over, maar veranderen hun namen. Koppel de Romeinse naam een de Griekse god.
Zeus
Oppergod
Poseidon
Zee
Hermes
Handel
Ares
Oorlog
Aphrodite
Liefde
Neptunus
Venus
Jupiter
Mercurius
Mars

Slide 16 - Question de remorquage

Romanisering
In 57 v.C. verovert Caesar Zuid-Nederland (Germania)
De Romeinen nemen hun cultuur mee
De Germanen mogen hun Germaanse cultuur houden
Maar vaak nemen ze de Romeinse cultuur over: romanisering
Wat zie je van de romanisering op de afbeelding?

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Germanen
= een verzameling volkeren en stammen aangeduid die rond het begin van onze jaartelling een Germaanse taal spraken.
  • Boeren die in dorpjes woonden 
  • Het gebied = Germania Inferior.
  • De bewoners = Germanen, maar bestonden uit verschillende stammen, bijv:
    Zuid Nederland: Bataven 
    Noord Nederland: Friezen 
  • Natuurgodsdienst 
  • Geen schrift 

Slide 19 - Diapositive

Nederland in die periode
Romeinse Rijk

Slide 20 - Diapositive

Welke Latijnse woorden hebben wij van de Romeinen overgenomen?
Murus
Mercatus
Porta
Tabula
Moneta
Forca
Munten
Poort
Vork
Tafel
Markt
Muur

Slide 21 - Question de remorquage

De Grieks-Romeinse cultuur

Slide 22 - Diapositive

Wat is cultuur?

Slide 23 - Question ouverte

Romeinse goden
Romeinse cultuur

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

3.3
Kenmerken Romeinse cultuur
  • Keizer vereren als god
  • Dragen toga
  • Gladiatorengevechten
  • Goed architecten en bestuurders
  • Romeins recht: wetten voor het gehele rijk


Slide 26 - Diapositive

3.3
Romeinse cultuur werd verspreid

Overwonnen volken mochten eigen cultuur behouden

Door contact met Romeinen toch vermenging van culturen: gebruik aardewerken

Slide 27 - Diapositive

Leiders van overwonnen volken wilden soms delen van de Romeinse cultuur overnemen, waarom?

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive


Machtsstrijd


  • Elke troonopvolging gaat gepaard met ruzies, moord en verraad.
  • Legeraanvoerders willen keizer worden en laten soldaten terugkomen naar Rome, waardoor de grenzen onbewaakt achter blijven.






Niet alleen een machtsstrijd maakte een einde aan het West-Romeinse Rijk, er was ook aantal slechte keizers die er een potje van maakte. Zoals Honorius (384 - 423). Hij werd algemeen beschouwd als een van de slechtste keizers die het Romeinse Rijk heeft gekend. Toen hij keizer werd was er nog niet veel gevaar. Toen hij stierf was het West-Romeinse rijk al niet meer te redden.

Slide 30 - Diapositive


De Hunnen



  • De Hunnen zijn een stam uit Azië. 
  • Ze zijn gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. 
  • Over hun leider Atilla wordt gezegd dat hij geen genade voor lafheid kent...

Slide 31 - Diapositive


Grote Volksverhuizing
3e eeuw - 5e eeuw



  • ...Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken. 
  • En door deze volken, gaan andere volken ook weer op de vlucht. In heel Europa trekken volken rond.

Slide 32 - Diapositive


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


De Grote Volksverhuizing tussen de 3e en 5e eeuw.
De Hunnen waren een stam uit Azië. Ze waren gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken.
De Vandalen kwamen helemaal tot aan Rome. Ze plunderden de stad een paar keer en roofden zelfs het goud van de tempeldaken. Het begrip vandalisme komt inderdaad van de plunderende Vandalen.
De Angelen en Saksen steken de Noordzee over en komen terecht in Engeland.
Veel namen van stammen kom je tegenwoordig nog steeds tegen in namen van landen en streken: Franci (Frankrijk), Alemanni (Duitsland, in het Frans: Allemange), Bavarii (Beieren), enz.

Slide 33 - Diapositive


Het West-Romeinse Rijk valt
476




  • Volken vallen het Rijk binnen en plunderen de rijkdommen. 
  • Romeinse aanvoerders hebben steeds minder te zeggen, en in 476 wordt zelfs een niet-Romein, keizer.
  • Historici zien dit als het einde van het West-Romeinse Rijk.

Slide 34 - Diapositive


Het West-Romeinse Rijk valt
476




De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het vierde deel van de serie heet Destruction, en lijkt op de inval van Rome door de Vandalen (in 455)
Een dreigende lucht met donkere wolken.
Een gebroken schild
Van een standbeeld ontbreekt het hoofd
Een vrouw wordt in het water gegooid
Een noodbrug die op instorten staat
Een vernielde brug.
Een paleis staat in brand: je ziet de vlammen

Slide 35 - Diapositive




Romulus Augustulus






De 'kleine Augustus' is de laatste keizer van het West-Romeinse Rijk. Hij is 10 jaar als hij keizer wordt, maar na een jaar wordt hij afgezet door de Germaan Odoaker.


Slide 36 - Diapositive


En het Oost-Romeinse Rijk?

  • Het Oost-Romeinse Rijk blijft nog bijna 1000 jaar langer bestaan: pas in 1453 wordt Constantinopel ingenomen door de Turken.
  • Dat komt vooral doordat het goed beschermd ligt tussen woestijnen en bergen. 
  • Bovendien geeft de Oost-Romeinse keizer vijanden geld om met rust gelaten te worden. 
Tegenwoordig is de Hagia Sophia (Aya Sophia) één van de grootste moskeeën ter wereld. In de tijd van het Oost-Romeinse Rijk was dit de grootste christelijke kerk ter wereld.

Slide 37 - Diapositive


Wat is er gebleven?

  • In de duizend jaar dat het West-Romeinse Rijk heeft bestaan, heeft het veel achtergelaten
  • Bijvoorbeeld: de taal (Latijn), de godsdienst (christendom), techniek, de kalender en wetgeving.
  • Veel kennis van de grote Griekse en Romeinse geleerden blijft bewaard in boeken, vooral in de bibliotheken van het Oost-Romeinse Rijk.
De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit is het vijfde schilderij uit de serie en heet Desolation (verlatenheid, eenzaamheid), en toont een rijk nadat het is ingestort.
Ook hier lijkt het weer een beetje op Rome, na de val van het West-Romeinse Rijk: de ruïnes zijn overgebleven...

Slide 38 - Diapositive

Video
Clipphanger: Hoe is het Romeinse Rijk gevallen?

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo

Wat hadden de Hunnen en de Grote Volksverhuizing met elkaar te maken?
Kies het juiste antwoord.
A
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen. Overal waar ze kwamen, werden de volken die daar woonden bang en vluchtten. Omdat veel volken op de vlucht waren, wordt dit de Grote Volksverhuizing genoemd.
B
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen en moesten dus steeds verhuizen. De Hunnen waren een volk, en als een volk steeds verhuist, is er dus een volksverhuizing.
C
Niets. Veel volken verhuisden, maar de Hunnen niet.
D
Niets. De Hunnen waren al eeuwen dood toen de Grote Volksverhuizing begon.

Slide 41 - Quiz

Op dit schilderij zie je hoe Rome wordt geplunderd. Sommige mannen klimmen zelfs op de tempeldaken om er het goud af te schrapen!
De man op het zwarte paard is de leider van de plunderaars.

Past de volgende zin bij de man op het paard?
Hij is een Vandaal.

A
Wel
B
Niet

Slide 42 - Quiz

Op dit schilderij zie je hoe Rome wordt geplunderd. Sommige mannen klimmen zelfs op de tempeldaken om er het goud af te schrapen!
De man op het zwarte paard is de leider van de plunderaars.

Past de volgende zin bij de man op het paard?
Hij heet Attila.

A
Wel
B
Niet

Slide 43 - Quiz

Op dit schilderij zie je hoe Rome wordt geplunderd. Sommige mannen klimmen zelfs op de tempeldaken om er het goud af te schrapen!
De man op het zwarte paard is de leider van de plunderaars.

Past de volgende zin bij de man op het paard?
Volgens de Romeinen is hij een barbaar
A
Wel
B
Niet

Slide 44 - Quiz

Wat hebben de jaartallen 395 en 476 te maken met het Romeinse Rijk?
Kies het juiste antwoord.


A
In 395 werd het christendom staatsgodsdienst. In 476 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst.
B
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst. In 476 was het einde van het West-Romeinse Rijk
C
In 395 ging de laatste West-Romeinse keizer dood. In 476 was het einde van het Oost-Romeinse Rijk.
D
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst. In 476 veroverden de Hunnen het West-Romeinse Rijk.

Slide 45 - Quiz

In 441 vielen zijn legers het Romeinse Rijk aan. De verdediging was zo slecht, dat hij alles kon
plunderen en vernietigen. Zijn dood was niet bepaald zoals je van zo'n trotse barbaarse krijger zou verwachten. Hij stierf niet op het slagveld, maar tijdens zijn huwelijksnacht. Hij had veel gedronken, om zijn bruiloft te vieren. In zijn slaapkamer viel hij flauw. In zijn val liep hij een ernstige bloedneus op. Hij stikte in zijn eigen bloed.”

Slide 46 - Question ouverte