De apostrof gebruik je:
1. Om uitspraakproblemen te voorkomen als een -s komt na de klinkers a, i, y, o, u (bij meervoud en bezitsvormen): Timo's zus (maar Maaikes boek!), auto's.
2. Als weglatingsteken: 's morgens, d'r broer, 't Is al gebeurd, Beatrix' horloge
3. Bij afleidingen: dj'en, PSV'er en meervoud van afkortingen: pc's.
4. Bij verkleinwoorden van woorden met een 'y' aan het einde waar een medeklinker voor staat: baby'tje, jury'tje, hobby'tje (dus niet bij trolleytje)