Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Terugblik
Slide 1 - Diapositive
In welke sector vind je alle bedrijven terug?
A
Particuliere sector
B
Primaire sector
C
Collectieve sector
D
Secundaire sector
Slide 2 - Quiz
Wat zijn kenmerken van collectieve voorzieningen?
A
De particuliere sector betaalt de voorzieningen.
B
De overheid betaalt de voorzieningen.
Slide 3 - Quiz
Wat is een directe belasting?
A
Accijns
B
btw
C
inkomstenbelasting
D
subsidie
Slide 4 - Quiz
Het profijtbeginsel wordt toegepast bij
A
Loonbelasting
B
Wegenbelasting
C
Sociale zekerheid
D
Vermogensbelasting
Slide 5 - Quiz
Bij welke belasting past de overheid het draagkrachtbeginsel toe?
A
Motorrijtuigenbelasting
B
Btw
C
Accijns
D
Inkomstenbelasting
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Vidéo
Hoofdstuk 7
Wie heeft het voor het zeggen?
Slide 8 - Diapositive
Leerdoelen van deze les
Je weet wat de rijksbegroting en de miljoenennota met elkaar te maken hebben
Je weet waar de overheid op let bij haar uitgaven
Je weet hoe een begrotingstekort of een begrotingsoverschot ontstaat
Je weet wat de staatsschuld is.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
PRINSJESDAG
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Financiën van de overheid
Meer inkomsten dan uitgaven --> begrotingsoverschot
1. Schuld aflossen
2. Meer uitgeven
Meer uitgaven dan inkomsten --> begrotingstekort
Oplossen door:
1. Meer inkomsten
2. Minder uitgaven
3. Geld lenen (Staatsschuld)
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Overzicht van de verwachte inkomsten en verwachte uitgaven van de rijksoverheid voor het komend jaar.
Ontstaat als er meer geld wordt uitgegeven dan er inkomsten zijn.
Toelichting op de rijksbegroting door de minister van Financiën.
Miljoenennota
Rijksbegroting
Begrotingstekort
Slide 19 - Question de remorquage
De derde dinsdag van september is het ....................................
De koning leest dan de ............................. voor. De minister van .................................. presenteert de rijksbegroting en de ..........................................
In de rijksbegroting staan de verwachte ............................... en ............................ voor het komende jaar.
Inkomsten
Troonrode
Financiën
Prinsjesdag
Uitgaven
Miljoenennota
Slide 20 - Question de remorquage
Wat doet de overheid niet om een begrotingstekort op te vangen?
A
Bezuinigen
B
Belastingen verhogen
C
Lenen
D
Staatsschuld aflossen
Slide 21 - Quiz
Loonbelasting
BTW
Belasting op alcohol
Directe belastingen
Indirecte belastingen
Slide 22 - Question de remorquage
Leerdoelen van deze les
Je weet wat de rijksbegroting en de miljoenennota met elkaar te maken hebben
Je weet waar de overheid op let bij haar uitgaven
Je weet hoe een begrotingstekort of een begrotingsoverschot ontstaat