Clusterles woordenschat niveaubepaling

Clusterles 4H woordenschat niveaubepaling
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Clusterles 4H woordenschat niveaubepaling

Slide 1 - Diapositive

Iemand die een aidspatiënt steunt, is een ...
A
buddy
B
pleaser
C
coureur

Slide 2 - Quiz

Ik vraag me af of telepathie echt bestaat.
telepathie=
A
gevoelens door de telefoon kunnen horen
B
een soort gedachtenlezen (op bovennatuurlijke wijze)
C
op verre afstand toch dik bevriend zijn

Slide 3 - Quiz

Die talentvolle speler zal daar goed gedijen.
gedijen=
A
wennen
B
zich voorspoedig ontwikkelen
C
in de smaak vallen

Slide 4 - Quiz

Europa wil een onderzoek instellen naar executies in Iran.
executies=
A
militaire marsen
B
het door bombardementen verloren gaan van steden
C
uitvoeringen van doodvonnissen

Slide 5 - Quiz

Vind je dat drugsgebruik gedoogd moet worden in ons land?
gedoogd=
A
oogluikend toegestaan
B
streng verboden
C
bestreden

Slide 6 - Quiz

Op miraculeuze wijze ontsnapte Nederland aan een nederlaag.
miraculeuze=
A
indrukwekkende
B
wonderbaarlijke
C
tactische

Slide 7 - Quiz

Iemand die de taal zuiver wil houden, is een ...
A
lexicograaf
B
purist
C
exhibitionist

Slide 8 - Quiz

Iemand die iedere vorm van gezag/orde verwerpt, is een ...
A
anarchist
B
etnoloog
C
provacateur

Slide 9 - Quiz

Iemand die aan de deur verkoopt, is een ...
A
charmeur
B
colporteur
C
exporteur

Slide 10 - Quiz

Mijn manager was op dat feest prominent aanwezig.
prominent=
A
onopvallend
B
opvallend
C
vanzelfsprekend

Slide 11 - Quiz

Er kwam een abrupt einde aan ons gesprek.
abrupt=
A
vreemd
B
plotseling
C
vervelend

Slide 12 - Quiz

Die geste kunnen wij wel waarderen.
geste=
A
dat gebaar
B
die opmerking
C
die grap

Slide 13 - Quiz

De voorzitter was na de interruptie volledig van slag.
interruptie=
A
belediging
B
onderbreking
C
aanval vol kritiek

Slide 14 - Quiz

In welk semester vindt dat college plaats?
semester=
A
periode van vier maanden
B
kwartaal
C
halfjaar

Slide 15 - Quiz

Die bedrijfstak moet gesaneerd worden.
gesaneerd=
A
gezond gemaakt
B
gemoderniseerd
C
afgemaakt

Slide 16 - Quiz

Taalniveau
Bekijk hieronder je niveau:
14 of 15 goede antwoorden hbo, wo (C1) Taalniveau 4F
12 of 13 goede antwoorden bovenbouw havo/vwo en mbo niveau 4 (B2) Taalniveau 3F
10 of 11 goede antwoorden onder-/middenbouw havo/vwo, bovenbouw vmbo, mbo niveau 3 (B1)
Taalniveau 2F
8 of 9 goede antwoorden vmbo 1e en 2e jaar (A2) Taalniveau 1F/2F
7 of minder goede antwoorden onvoldoende Taalniveau 1F

Slide 17 - Diapositive