5.2 Herhaling landschapzones

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

5.2 Herhaling landschapzones

Landschapszones

Klimaatzones               landschapszones 

Vegetatie is afhankelijk van het klimaat.

≈

Landschapszones

Landschapszones

Combinatie van klimaatzone en begroeiing 

klimaatzones

 Een gebied met min of meer hetzelfde klimaat

Geofactoren bepalen hoe een landschap eruit ziet.

Dynamisch systeem:
als één van de geofactoren verandert, leit dat tot veranderingen van de andere factoren.

Vooral klimaat is bepalend voor natuurlijke begroeiing.

5.2 Herhaling landschapzones

Optie 1: Meedoen met de uitleg

Optie 2: Zelfstandig aan de slag met de opdrachten

Tropische Zone

• Rondom de evenaar
• Warm en vochtig
• Tropisch regenwoud
• Hoofdklimaat A
• Lagedrukgebied --> Stijgingsregen
• Loodrechte inval van de zon

Aride zone

• Droge gebieden
• Hogedrukgebied --> droge lucht
• Hoofdklimaat B

Subtropische zone

- gebieden met een Cs klimaat

- vergelijkbaar met savanne maar kouder

- 

Gematigde Zone

• Gematigd klimaat
• Hoofdklimaat: C

Boreale Zone

• Kouder dan de gematigde zone
• Veel naaldbossen
• weinig vruchtbare grond
• hoofdklimaat D

Gematigde  zone

- gebieden met een Cf klimaat

- Niet bijzonder droog of nat

- niet bijzonder warm of koud 

- loofbos

Boreale  zone (Landkliomaat)

- Koud en nat

- Naaldwoud/taiga

- nagenoeg niet aanwezig op zuidelijk halfrond: Waarom niet?

Polaire zone

• nauwelijks begroeiing
• Hoofdklimaat: E
• Ook in hooggebergte (bijv. de Himalaya en de Andes)

Polaire zone  

- Koud en droog

- Toendra

- hooggebergte

Vragen?