6 HUM - Hoofdstuk 5 Inspraak van de burger: Indelingen van participatie + Participatie via social media
6 HUM - Hoofdstuk 5 Inspraak van de burger: Indelingen van participatie + Participatie via social media
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
GedragswetenschappenSecundair onderwijs
Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
6 HUM - Hoofdstuk 5 Inspraak van de burger: Indelingen van participatie + Participatie via social media
Slide 1 - Diapositive
Wat te doen?
Vandaag gaan we verder met "ANTROPIA 6", Hoofdstuk 5: "Inspraak van de burger".
In de vorige lessen doorliepen we al pag. 181 tem pag. 190.
Je doorloopt vandaag deze lesson-up.
Slide 2 - Diapositive
Wat nodig?
Wat nodig?
- Je cursus 'Antropia 6': hoofdstuk 5 pag. 190 tem pag. 196
- De extra blaadjes die ik vorige week uitdeelde, met titel "MANIEREN OM VORMEN VAN POLITIEKE PARTICIPATIE IN TE DELEN"
!! Niet bij? Check dan op Google Classroom.
Slide 3 - Diapositive
Er bestaan verschillende manieren om politieke participatie in te delen....
Slide 4 - Diapositive
Verschillende manieren?
2.4.1 Conventioneel - Niet -conventioneel
==> Al gezien in de les op 24/09
2.4.2 Volgens Verba en Nie
2.4.3 Volgens Kersting
Slide 5 - Diapositive
Volgens Verba en Nie
Beluister kort de uitleg over de indeling van Verba en Nie.
Slide 6 - Diapositive
Volgens Verba en Nie
Haal nu onderstaande papieren erbij, en probeer de juiste uitspraken bij de juiste kolom te zetten.
Let op:doe dit nietop papier, maar doe het op de volgende slide!
Slide 7 - Diapositive
INSTITUTIONELE PARTICIPATIE
PARTIJPOLITIEKE ACTIVITEITEN
MAATSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN
DIRECTE INDIVIDUELE CONTACTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Slide 8 - Question de remorquage
Verba en Nie
Verba en Nie spraken ook nog over 3 criteria.
Vul het schema aan op pag. 4 van de werkbladen.
Het schema ziet er zo uit:
Slide 9 - Diapositive
Verbeter nu jezelf
Slide 10 - Diapositive
Verschillende manieren?
2.4.1 Conventioneel - Niet -conventioneel
==> Al gezien in de les op 24/09
2.4.2 Volgens Verba en Nie
2.4.3 Volgens Kersting
Slide 11 - Diapositive
Volgens Kersting
Besluister het geluidsfragment bij deze slide.
Slide 12 - Diapositive
Volgens Kersting
Besluister het geluidsfragment bij deze slide.
Slide 13 - Diapositive
Volgens Kersting
Vul onderaan de voorbeelden aan. Doe dit op papier op je werkblaadjes.
Slide 14 - Diapositive
Volgens Kersting
controleer jezelf nu!
Slide 15 - Diapositive
Opdracht 8 in de cursus: FRAGMENT 1 is een voorbeeld van
A
Demonstratieve participatie
B
Participatie in de directe democratie
C
Deliberatieve participatie
D
Participatie in de representatieve democratie
Slide 16 - Quiz
Opdracht 8 in de cursus: FRAGMENT 2 is een voorbeeld van
A
Demonstratieve participatie
B
Participatie in de directe democratie
C
Deliberatieve participatie
D
Participatie in de representatieve democratie
Slide 17 - Quiz
Opdracht 8 in de cursus: FRAGMENT 3 is een voorbeeld van
A
Demonstratieve participatie
B
Participatie in de directe democratie
C
Deliberatieve participatie
D
Participatie in de representatieve democratie
Slide 18 - Quiz
Opdracht 8 in de cursus: FRAGMENT 4 is een voorbeeld van
A
Demonstratieve participatie
B
Participatie in de directe democratie
C
Deliberatieve participatie
D
Participatie in de representatieve democratie
Slide 19 - Quiz
Fragment 1: extra uitleg
Demonstratieve participatie
Vrouwen tonen hun solidariteit met hun protest. Er wordt een groepsgevoel gecreëerd.
Slide 20 - Diapositive
Fragment 2: extra uitleg
Participatie in de directe democratie
Met een petitie geven burgers onmiddellijk aan wat ze denken en wegen ze onmiddellijk op de politieke besluitvorming.
Slide 21 - Diapositive
Fragment 3: extra uitleg
Deliberatieve participatie
De focus ligt op communicatie en overleg. Er wordt samen met de burgers gezocht naar oplossingen voor een maatschappelijk vraagstuk, hier de mobiliteit.
Slide 22 - Diapositive
Fragment 4: extra uitleg
Participatie in de representatieve democratie
Politieke kandidaten nemen het tegen elkaar op en proberen in een debat burgers te overtuigen om voor hen te stemmen.
Slide 23 - Diapositive
2.5 Participatie via sociale media
Slide 24 - Diapositive
Social media?
Vaststellingen laatste 2 decennia:
1. Social media sterk toegenomen
2. Veel participatie-instrumenten
krijgen een online variant
Bvb. online petitie, online gemeente-
raad volgen
Slide 25 - Diapositive
Social media?
Voordeel?
- Sneller in gebruik
- Kost minder tijd
- Kost minder moeite
Slide 26 - Diapositive
Social media?
Vaststellingen laatste 2 decennia:
3. Social media: mogelijkheid om
persoonlijke ideeën en visies
gemakkelijk te uiten + te delen
Bvb. Post op Instagram --> onder de aandacht brengen, oproepen tot actie of druk uitoefenen op politici
Slide 27 - Diapositive
Social media?
Vaststellingen laatste 2 decennia:
3. Social media: mogelijkheid om te reageren, mee te doen, deel te nemen
--> Social media is INTERACTIEF proces!
--> Gevolg: gevoel van herkenbaarheid + verbondenheid
= groepsgevoel
Slide 28 - Diapositive
Social media
Bvb. #metoo
--> delen van persoonlijke
ervaringen rond misbruik
en genderongelijkheid
--> Verschillende verhalen
worden gelinkt aan 1 hashtag#
--> Gevolg: BREDE sociale beweging!
Slide 29 - Diapositive
Social media?
Vaststellingen laatste 2 decennia:
4. Social media zorgt voor 'gepersonaliseerde zelfexpressie' --> Gevolg: uniek potentieel voor mobilisatie, door de snelle verspreiding
5. Social media zorgt ervoor dat we een COLLECTIEVE identiteit opbouwen = vaak via gedeelde symboliek.
Slide 30 - Diapositive
Social media: gedeelde symboliek
Luister naar het luisterfragment voor extra uitleg.
Slide 31 - Diapositive
Social media?
Vaststellingen laatste 2 decennia:
6. Social media wordt vaak gecombineerd met offline participatie.
7. Social media vooral door JONGEREN gebruikt:
willen op spontane manier deelnemen, 'ad hoc' op het moment dat het hen uitkomt
Slide 32 - Diapositive
Opdracht 9
Maak opdracht 9 in de cursus (pag. 196).
In de tabellen wordt resultaten weergegeven waarin gevraagd werd bij jongvolwassenen (18 - 30 jaar) in welke mate ze aan politieke participatie hadden gedaan.