File 4 - ex. 25 t/m 28 - bezit (possession)

Welcome   back! :)
Post it Like it File 4
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welcome   back! :)
Post it Like it File 4

Slide 1 - Diapositive

Doel:
  • Ik herken wanneer een tekst Spam is (fake)
  • Ik kan een bezit aangeven in de zinnen in het Engels. (posssession)

Slide 2 - Diapositive

Hoe geef je een bezit aan?
Dit kan door de volgende woorden te gebruiken:
My = mijn
Your= jouw
His/her/its= zijn/haar/zijn
Our= ons
Your= jullie
Their = Hun
Make a note

Slide 3 - Diapositive

       Iets van jou is (bezittelijk voornaamwoord)

Mijn 🡪 my
Jouw 🡪 your
Haar 🡪 her
Zijn 🡪 his
Zijn/haar (it) 🡪 its
Ons 🡪 our
Jullie 🡪 your
Hun 🡪 their

Slide 4 - Diapositive

     White board/ Wisbordjes:

Mijn 🡪 ….. cat loves milk.
Jouw 🡪 I don’t know ….. mother.
Haar 🡪 Anna read two of …… books.
Zijn 🡪 John eat all …. food.
Zijn/haar (it) 🡪 My dog always drinks …… water.
Ons 🡪 It is ….. classroom.
Jullie 🡪 I think I know ….. classmates.
Hun 🡪 Anna and John don’t like …… house.

Slide 5 - Diapositive

Is this .........bike? (jouw)

Slide 6 - Question ouverte

Give it back. It's ..........Ipad.(mijn)

Slide 7 - Question ouverte

..........bikes are gone. (jullie)

Slide 8 - Question ouverte

That is ........house over there. (onze)

Slide 9 - Question ouverte

Possession and Genitive
  • Wanneer je een bezit van iemand aangeeft, dan doe je dit met  's!
Sam's bike / Jess's parents/ My sister's Ipad.
  • Let op eindigt een woord op een s (meervoud)...dan schrijf je er alleen een komma achter:(meervoud) My parents' house/ Your two sisters' room/ My friends' bikes
  • Let op een naam die eindig op een S is geen meervoud dus gewoon 's: Lars's bike
  • Wanneer iets onderdeel is van een ding of voorwerp dan gebruik je:
    OF
    The wheel of the car/ The door of the building

Slide 10 - Diapositive

You are now going TO DO: 
Exercises 25 to 28 
Ready?Klaar?  
Practice p. 30 and 31
Help each other and Mark the words/sentences you know.
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Homework
Do(/finish):
  • File 4  - 25 to 28    Practice Words and Sentences


Slide 12 - Diapositive