Theme 3-5 Plurals

Welcome to English class, everybody! :)
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welcome to English class, everybody! :)

Slide 1 - Diapositive

Lesson goals - 

  • Homework Check! 
  • Plurals - Meervoud

OPEN YOUR BOOKS
 TO PAGE 157. 

Slide 2 - Diapositive

Hoe maak je meervouden in het Engels?
De algemene regel is:
Zet een -s achter het zelfstandig naamwoord.
Voorbeeld:
One boy --> two boys
One apple --> three apples
One house --> four houses
Onthoud: nooit 's! 

Slide 3 - Diapositive

De uitzonderingen
Natuurlijk zijn er uitzonderingen op de algemene regel.
De uitzonderingen zijn: 
1. Eindigt het woord op medeklinker + Y --> meervoud wordt -ies
Voorbeeld: 
One hobby --> two hobbies
One story --> three stories

Slide 4 - Diapositive

De uitzonderingen
2. Eindigt woord op -s, -ss, -sh, -ch, -x - o-> 
meervoud wordt -es
Voorbeeld:
one bus --> two buses 
one business --> two businesses
one wish --> two wishes
one watch --> two watches
one box --> two boxes 

Slide 5 - Diapositive

De uitzonderingen
3. Eindigt het woord op -f(e) --> meervoud wordt -ves
Voorbeeld:
one knife - two knives
one wife - three wives
one life - four lives
one calf - ten calves

Slide 6 - Diapositive

De uitzonderingen
Volgende woorden veranderen in spelling
Voorbeeld:
one man - two men
one woman - two women
one child - two children
one mouse - two mice



Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Wat is het meervoud van girl?
A
girl's
B
girl
C
girls
D
A,B,C zijn goed

Slide 11 - Quiz

Wat is het meervoud van knife?
A
knifes
B
knive
C
kneef
D
knives

Slide 12 - Quiz

Wat is het meervoud van sheep?
A
sheep's
B
sheeps
C
sheep
D
sheepes

Slide 13 - Quiz

Wat is het meervoud van bus?
A
buses
B
busses
C
bus
D
bussen

Slide 14 - Quiz

Wat is het meervoud van man?
A
mans
B
man's
C
man
D
men

Slide 15 - Quiz

Wat is het meervoud van dish?
A
dishes
B
dishs
C
dish's
D
dish

Slide 16 - Quiz

Fill in the correct plural:
bike

Slide 17 - Question ouverte

Fill in the correct plural:
box

Slide 18 - Question ouverte

Fill in the correct plural:
woman

Slide 19 - Question ouverte

Fill in the correct plural:
housewife

Slide 20 - Question ouverte

Fill in the correct plural:
policeman

Slide 21 - Question ouverte

Fill in the correct plural:
TV

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Lien

Slide 24 - Lien

See you next time! :D

Slide 25 - Diapositive