Les 9: laatste les voor proefwerk

vmbo-2 chapitre 2
Werkwijze:
In deze les komen de verschillende grammatica-onderdelen terug.
Je gaat eerst de uitleg lezen, daarna ga je een aantal opdrachten maken.

Maak de opdrachten en kijk of je de grammatica toe kunt passen.

Check aan het einde van de LessonUp het leerwerk + verwachting voor het proefwerk!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

vmbo-2 chapitre 2
Werkwijze:
In deze les komen de verschillende grammatica-onderdelen terug.
Je gaat eerst de uitleg lezen, daarna ga je een aantal opdrachten maken.

Maak de opdrachten en kijk of je de grammatica toe kunt passen.

Check aan het einde van de LessonUp het leerwerk + verwachting voor het proefwerk!

Slide 1 - Diapositive

Huiswerkcontrole!
Bron A:
exercice 4 t/m 8 
Bron B:
exercice 9 t/m 12 
Bron E:
exercice 20 t/m 22 
Bron F:
exercice 24 t/m 26 
Bron H: 
exercice 30 t/m 33 
Bron D:
exercice 16 t/m 19 

Slide 2 - Diapositive

Je révise:
grammaire D
Vorig jaar hebben we al kennis gemaakt met de bijvoeglijke naamwoorden.

Om jullie geheugen op te frissen, krijgen jullie zo meteen een overzicht van de basisregels.
Als daar geen vragen over zijn, gaan we door :)!

Neem volgend schema even over in je aantekeningenschrift. 

Slide 3 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord:
basisschema
Dit geld voor alle regelmatige bijvoeglijke naamwoorden

Slide 4 - Diapositive

Het bijvoeglijke naamwoord:
de onregelmatige vormen
De volgende vormen zijn onregelmatig: deze moet je dus simpelweg leren!

Mannelijk                                        Vrouwelijk                                                          Betekenis
Enkelvoud           Meervoud               Enkelvoud               Meervoud

bon                    bons                      bonne                    bonnes                                   goed
beau                  beaux                     belle                      belles                                     mooi

nouveau              nouveaux                nouvelle                 nouvelles                                 nieuw
vieux                  vieux                      vieille                     vieilles                                    oud

Slide 5 - Diapositive


Vertaal het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm (français)

Tu connais mon cousin (m) ___________?

Slide 6 - Question ouverte


Vertaal het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm (hollandais)

Non, mais je connais ta cousine (v)___________?

Slide 7 - Question ouverte


Vertaal het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm (grand)

C'est un _____ garçon (m).

Slide 8 - Question ouverte


Vertaal het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm (nouveau)

Elle a acheté une _____ robe (v)?

Slide 9 - Question ouverte

Je révise:
grammaire H
In het Nederlands maken we altijd gebruik van het werkwoord ‘lopen’ om te kijken welke vorm je gebruikt bij een werkwoord.
--> Ik loop, jij loopt etc.

In het Frans kennen ze hier ook bepaalde rijtjes voor. Vandaag gaan jullie leren om alle regelmatige werkwoorden op –er te vervoegen.

Dit doen we door middel van het stappenplan in de volgende slides.
Neem deze over!

Slide 10 - Diapositive

Grammaire H:
stap 1: het vinden van de 'stam'
Stap 1:
zoek de stam door -er van het werkwoord af te halen.

Bijvoorbeeld:
donner --> donner --> donn

De stam van dit werkwoord is dus 'donn'.
Door naar stap 2!

Slide 11 - Diapositive

Grammaire H:
stap 2: de uitgangen
Stap 2:
zoek de juiste uitgang in het volgende rijtje.

je + e            je donne
tu + es          tu donnes
il/elle/on + e  il/elle/on donne

nous + ons    nous donnons
vous + ez      vous donnez
ils/elles + ent ils/elles donnent

Slide 12 - Diapositive

Grammaire D:
Het onderwerp vervangen
Je kan, zowel in het Frans als in het Nederlands, een onderwerp vervangen. In het Frans kan je het vervangen door il, elle, ils of elles.

Is het onderwerp mannelijk (le/un/jongensnaam/etc.)?                         --->  il

Is het onderwerp vrouwelijk (la/une/meisjesnaam/etc.)?                        ---> elle

Is het onderwerp meervoud M (jongensnamen/jongen & meisje)?            ---> ils

Is het onderwerp meervoud V (meisjesnamen)?                                      --> elles

Slide 13 - Diapositive


Zet het werkwoord tussen haakjes in de juiste vorm van de présent

(écouter) Nous ____ le prof de français.

Slide 14 - Question ouverte


Zet het werkwoord tussen haakjes in de juiste vorm van de présent

(parler) Les élèves ____ tout le temps.

Slide 15 - Question ouverte


Vervang het onderwerp door il/elle/ils of elles.

La maison est vraiment grande.

Slide 16 - Question ouverte


Vervang het onderwerp door il/elle/ils of elles.

Ma soeur et mon frère ont déjà dix-huit ans.

Slide 17 - Question ouverte

Wat kunnen jullie op het proefwerk verwachten? (1)
Opdracht 1: écouter
- Stellingvragen (vrai/faux) bij een luisterfragment.

Opdracht 2: vocabulaire
- Vertaal de woorden van het Frans naar het Nederlands.
- Kies van de 2 schuingedrukte woorden het juiste woord.

Opdracht 3: grammaire
- Vul de tabel van een Frans werkwoord helemaal in (inclusief vertaling).
- Zet het werkwoord tussen haakjes in de juiste vorm van de présent.

Slide 18 - Diapositive

Wat kunnen jullie op het proefwerk verwachten? (2)
Opdracht 4: phrases clés
- Hier komt je puntenaantal van het mondeling te staan.

Opdracht 5: lire
- Lees de vragen, lees daarna de tekst en geef per vraag het goede antwoord. Je hebt keuze uit antwoord A, B of C. 

Slide 19 - Diapositive

Les devoirs
Komende les:
- Proefwerk chapitre 2

Apprendre (leren):
- voca A, B, E & F (Frans-Nederlands)
- grammaire D (het bijvoeglijk naamwoord)
- grammaire H (regelmatige werkwoorden op -er)

Slide 20 - Diapositive