V4maw politiek en kernconcepten herhaling

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de partij naar de juist stroming
Socialisme
Liberalisme

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de partij naar de juiste stroming
Confessionele partijen
Populistische partijen

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Combineer de politieke partij met de juiste ideologie
Confessionalisme
Rechts
Links

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Links
Rechts
Midden
Zet de ideologieën op de juiste plek.
Communisme
Socialisme
Liberalisme
Conservatisme
Fascisme

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions





Hoe denkt het socialisme over politiek?
Hoe denkt het socialisme over politiek?
A
Socialisten willen meer inspraak voor burgers
B
Linkse socialisten willen meer invloed voor burgers maar rechtse socialisten niet
C
Socialisten willen dat burgers politici kunnen kiezen maar ze zijn geen voorstander van het invoeren van het referendum

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Hoe denkt het liberalisme over politiek?
Hoe denkt het liberalisme over politiek?
A
Liberalen willen meer inspraak voor burgers
B
Linkse liberalen willen meer invloed voor burgers maar rechtse liberalen niet
C
Liberalen willen dat burgers politici kunnen kiezen maar ze zijn geen voorstander van het invoeren van het referendum

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Hoe denkt het socialisme over economie?
Hoe denkt het socialisme over economie?
A
Socialisten zijn voorstander van economische vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
B
Socialisten willen een belangrijke rol voor de overheid in de economie om te zorgen voor meer gelijkheid
C
Voor socialisten is dit een dilemma; enerzijds naastenliefde belangrijk, anderzijds zijn ze voorstander van eigen verantwoordelijkheid

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions




Wat hoort er NIET bij het liberalisme?
Welke uitspraak past niet bij het liberalisme?
A
Liberalen zijn voorstander van economische vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
B
Liberalen willen een belangrijke rol voor de overheid in de economie om te zorgen voor meer gelijkheid.
C
Individuele vrijheid is belangrijk, mensen mogen dus zelf weten welke cultuur zij naleven.
D
Linkse liberalen willen meer invloed voor burger maar rechtse liberalen niet.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef voorbeelden van politieke instituties rondom Prinsjesdag.

Slide 10 - Carte mentale

WOORDWEB
De tekst in het gele vak middenin is simpel aan te passen door er op te klikken. Vak te klein? Simpel aan te passen door het vak wat te vergroten met de punten aan de zijkant van het vak.
Welke functie van een politieke partij komt tot uiting bij het indienen van een motie in de Tweede Kamer?
A
Mobilisatie
B
Articulatie
C
Aggregatie
D
Communicatie

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Machtsbronnen
A
Kennis, politiek, sociaal, economisch
B
Cognitief, politiek, sociaal, economisch
C
Cognitief, politiek, affectief, economisch
D
Kennis, politiek, economisch, cognitief

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Conflict
model
Harmonie
model
Overleg
Demonstraties
Poldermodel
Consensus
Strijd
Stakingen

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


Het aantal Kamerleden zegt nog niks over de kwaliteit van de vertegenwoordiging. Welk begrip beoordeelt de kwaliteit van vertegenwoordiging?
Het aantal Kamerleden zegt nog niks over de kwaliteit van de vertegenwoordiging. Welk begrip beoordeelt de kwaliteit van vertegenwoordiging?
A
Representatie
B
Representativiteit

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij dit model van visies op representatie zijn de gekozenen gevolmachtigd en laten zij zich leiden door hun eigen mening, niet die van kiezers
A
Afspiegelingsmodel
B
Rolmodel
C
Partijenmodel
D
Machtigingsmodel

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het stemrecht is democratisering
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Indicatoren/vereisten
democratie

Slide 19 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

processen waarlangs conflicten opgelost worden; strijd& consensus, waardevolle (materiele en immateriële) zaken toebedeeld worden / beslissingen genomen worden: dit is
A
Polity
B
Politics
C
Policy

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

00:00 Intro
01:19 50PLUS
04:24 CDA
07:48 ChristenUnie
11:04 D66
14:25 DENK
17:37 Forum voor Democratie
20:41 GroenLinks
23:36 Partij van de Arbeid
26:47 Partij voor de Dieren
30:08 Partij voor de Vrijheid
33:26 SGP
36:24 SP
39:31 VVD
42:51 Outro

De petitie voor de 'sleepwet' werd in 2017 ruim 400.000 keer ondertekend. Bij welke stap van omzetting hoort deze actie?
A
Politieke agendavorming
B
Beleidsvoorbereiding
C
Beleidsbepaling
D
Geen een

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke fase van het systeemmodel kun je de toeslagenaffaire plaatsen
A
input / invoer
B
omzetting
C
uitvoer
D
feedback / terugkoppeling

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij dit paradigma horen evenwicht, bindingen, instituties, voortbestaan
A
functionalisme
B
conflict
C
sociaal-constructivisme
D
rationele actor

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij dit paradigma maak je altijd een kosten- en batenanalyse vanuit eigen belang
A
functionalisme
B
conflict
C
sociaal-constructivisme
D
rationele actor

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken van het conflict paradigma zijn
A
micro, sociale ongelijkheid, afwezigheid sociale cohesie
B
macro, sociale ongelijkheid, integratie
C
conflicten, micro, integratie
D
macro, opvattingen, conflicten

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken
Sociaal-constructivisme

Slide 33 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip wil
je nog behandelen?

Slide 36 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions