Di 21 febr Spanning in verhalen

Spanning in verhalen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Spanning in verhalen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorie

Spanning in verhalen.

Hoe maakt een schrijver een verhaal spannend?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spanning in verhalen

Slide 3 - Diapositive

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Spanning in verhalen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spanning in verhalen
  • Omgeving
  • Situatie
  • Raadsel of probleem
  • Cliffhanger
  • Uitstel
  • Vermoeder
  • Open plekken

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van de les

  • Spanning in verhalen
  • De sfeer van een verhaal

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort bij spanning in het verhaal?
A
Het avondeten
B
De weersomstandigheden
C
De omgeving
D
De historische tijd

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een cliffhanger is een manier om spanning te krijgen in een verhaal.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zorgt een schrijver voor spanning in het verhaal
A
Vreemde personages bedenken
B
Informatie weglaten voor de lezer
C
onbetrouwbaar perspectief
D
tijdvertragingen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

SPANNING

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spanning
  • open plek
  • spanningsboog
  • Actiespanning / psychologische spanning

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

soorten spanning
* actiespanning
* psychologische spanning
* lokale spanning
* globale spanning

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

soorten spanning
* actiespanning = spannende actie in het boek (bv achtervolging)
* dwaalsporen = de lezer wordt op het verkeerde been gezet 
* lokale spanning =  de spanning op een bepaalde plaats in het boek, meestal op de toekomst gerichte spanning, op de zaken vooruitlopen
* globale spanning = de spanning die de lezer het hele boek bezighoudt

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spanning in een verhaal, dan kan het zich ook op saaie plekken afspelen
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het afbreken van een verhaal op een spannend moment.

Deze truc voor spanning heet:
A
Gevaarlijke situatie
B
Uitstel
C
Cliffhanger
D
Raadsel

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zorgt het tijdstip voor meer spanning in het verhaal?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions