6.2 schaduw

Hoofdstuk 6                6.2 schaduw
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NaskMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6                6.2 schaduw

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
Terugblikken vorige les met drie vragen;

Leerdoelen van deze les?

Introductie, instructie en controle vragen over de les;

Vragen maken die horen bij de les.

Slide 2 - Diapositive

Quiz
Licht komt van een lichtbron. De zon, een ster, vuur en bliksem zijn lichtbronnen in de natuur. Je noemt dit natuurlijke lichtbronnen. 
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Quiz
Wat is een kunstmatige lichtbronnen 
A
Kaars, zon en ster
B
Tl-buis, zon en maan
C
Kaars, lamp en tl-bui
D
Lamp, Tl-buis en ster

Slide 4 - Quiz

Quiz
Wat is een lichtstraal?
A
een streep
B
een dikke lijn
C
allemaal streepjes bij elkaar.
D
één dun licht lijntje

Slide 5 - Quiz

6.2 schaduw
Introductie

Je staat met je gezicht naar de felle zon. Als je achter je kijkt, zie je een schaduw. Je houdt het licht van de zon tegen.

Slide 6 - Diapositive

leerdoelen:
6.2.1 Je kunt beschrijven dat stoffen licht kunnen doorlaten of tegenhouden.
6.2.2 Je kunt uitleggen hoe een schaduw ontstaat.
6.2.3 Je kunt uitleggen wanneer je één schaduw hebt en wanneer meerdere.
6.2.4 Je kunt de schaduw van een voorwerp tekenen.

Slide 7 - Diapositive

6.2.1 Je kunt beschrijven dat stoffen licht kunnen doorlaten of tegenhouden.
Doorlaten of tegenhouden
Je zit voor een raam en kijkt naar buiten. Buiten zie je bomen. Het licht van buiten komt door het raam heen. Het raam laat het licht door. De houten spijltjes in het raam houden het licht tegen.
Stoffen kunnen licht:
• doorlaten;
• tegenhouden.

Slide 8 - Diapositive

6.2.2 Je kunt uitleggen hoe een schaduw ontstaat.
6.2.3 Je kunt uitleggen wanneer je één schaduw hebt en wanneer meerdere.
Schaduw

 

In de afbeelding zie je twee kinderen in het zonlicht. De kinderen houden een deel van het zonlicht tegen. Op het gras zie je daardoor hun schaduw. Een schaduw ontstaat waar het licht van een lichtbron niet kan komen.
De andere lichtstralen van de zon gaan rechtdoor, langs de kinderen. Daar komt geen schaduw.



Slide 9 - Diapositive

Quiz
Een schaduw ontstaat waar het licht van een lichtbron altijd kan komen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

De voetballer heeft drie schaduwen. De wedstrijd wordt ’s avonds gespeeld. Op de speler schijnen drie lampen. De drie lichtbronnen geven de voetballer drie verschillende schaduwen.
Een voorwerp kan dus meer dan één schaduw hebben. Dat gebeurt als er meer dan één lichtbron is.

Slide 11 - Diapositive

Quiz
Kan een voorwerp meerdere schaduwen hebben?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

6.2.4 Je kunt de schaduw van een voorwerp tekenen.



Randstralen
In de afbeelding zie je een auto onder een lantaarnpaal. Het donkere deel is de schaduw van de auto. Daar kan het licht van de lamp niet komen, want lichtstralen gaan altijd rechtdoor. In de tekening zie je twee randstralen. Dit zijn de lichtstralen die langs de rand van de auto gaan. De randstralen maken de rand van de schaduw. Je kunt ook zeggen: de randstralen maken de omtrek van de schaduw.
Omdat licht langs rechte lijnen gaat, kun je de schaduw van een voorwerp tekenen. 

Slide 13 - Diapositive

Dat doe je zo:
1 Teken de randstralen die net niet door het voorwerp tegengehouden worden.
2 Kleur het gebied achter het voorwerp tussen de twee randstralen in. Dit is het gebied waar het licht niet kan komen, dus de schaduw.

Slide 14 - Diapositive

Quiz
Wat zijn randstralen?
A
Lichtstralen die net door een voorwerp tegengehouden worden.
B
Lichtstralen die niet tegengehouden worden.
C
lichtstralen die veel schaduw geven.
D
Lichtstralen die net niet door een voorwerp tegengehouden worden.

Slide 15 - Quiz

Onthoud
Onthoud
Voorwerpen kunnen licht:
• doorlaten;
• tegenhouden.
Een schaduw ontstaat waar het licht van een lichtbron niet kan komen.
Eén lichtbron geeft één schaduw. Meerdere lichtbronnen geven meerdere schaduwen.
Je kunt de schaduw van een voorwerp tekenen op de volgende manier:
1 Teken de randstralen die net niet door het voorwerp tegengehouden worden.
2 Kleur het gebied achter het voorwerp dat tussen de twee randstralen in ligt.


Slide 16 - Diapositive


Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.
Dit is een open vraag.

Slide 17 - Question ouverte


Stel een vraag over iets wat je 
nog niet zo goed hebt begrepen.
Dit is een open vraag.

Slide 18 - Question ouverte

Aan het werk! NOVA
Wat? 6.2 Schaduw
Opdracht 1t/m 11

Waar? In Magister naar leermiddelen Nova Nask. 
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Kijk het dan na!

timer
1:00

Slide 19 - Diapositive