5-3 Tweede wet van Newton (5.3)

krachten
kracht, massa en versnelling (paragraaf 5.3)
Vwo 3 proefwerk 2 natuurkunde 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

krachten
kracht, massa en versnelling (paragraaf 5.3)
Vwo 3 proefwerk 2 natuurkunde 

Slide 1 - Diapositive

Tweede wet van Newton (5.3)

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen:


  • Wat is traagheid 
  • Toepassing van de tweede wet van Newton
  • Rekenen met F = m * a

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Traagheid
Een voorwerp met een grote massa, heeft een grote traagheid. Dat betekent het voorwerp:
  • kan langzamer optrekken
  • neemt langer om tot stilstand te komen
  • kan moeilijker van beweegrichting veranderen
 

Slide 5 - Diapositive

Eerste wet van Newton
Als de resultante (resulterende kracht) op een voorwerp 0N is, dan blijft het voorwerp met dezelfde snelheid bewegen (of staat het voorwerp stil)

Slide 6 - Diapositive

Tweede wet van Newton
Als een voorwerp een resulterende kracht heeft, ondervindt dit voorwerp een versnelling die afhankelijk is van de massa van het voorwerp
Fres=ma

Slide 7 - Diapositive

Fres  =    resultante kracht    (N)
m      =    massa                    (kg)
a       =    versnelling             (m/s2)
Fres=ma

Slide 8 - Diapositive

Definitie van de tweede wet van Newton
1N is gelijk aan de resultante kracht die 1 kg 
een versnelling van 1 m/s2 geeft.

Slide 9 - Diapositive

Rekenen met de tweede wet van Newton
.

  • Noteer het rekenkruis en noteer de formule die geldt voor de tweede wet van Newton.
  • Zoek uit welke gegevens je al weet en welke je nog moet uitrekenen.
  • let op dit is een tweetrapsberekening (dus er zijn twee formules nodig)

Slide 10 - Diapositive

Bereken de resulterende kracht
.



Met welke formule kun je de a uitrekenen?
formule
F = m * a
F = ?
m = 800 kg
a = weet ik nog niet

Slide 11 - Diapositive

Eerst de versnelling
a       = ?
vbegin = 0 m/s
veind  = 54 : 3,6 = 15 m/s
t        = 4,0 s


a =                 m/s2


.
a=ΔtΔv
a=415
3,75

Slide 12 - Diapositive

Dan weer verder met de resultante
.




formule
F = m * a
F = ?
m = 800 kg
a = 3,75 m/s2

F = 800 * 3,75

F =                N
3000

Slide 13 - Diapositive

Bereken deze vraag

Slide 14 - Diapositive

Antwoord

Slide 15 - Diapositive

Samenvatting:
  • Traagheid - voorwerp gaat beweging tegen, dit is afhankelijk van de massa
  • Eerste wet van Newton                                dus de versnelling = 0 m/s2
  • Tweede wet van Newton
Fres=ma
Fvs=Ft

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk
Lezen paragraaf 5.3 bladzijde 202 t/m 206
maken vraag 26, 27, 28, 29 en 30 (blz. 206 +207)

Slide 18 - Diapositive