I Writing & Grammar: Adverbs of frequency

Adverbs of Frequency
Lesdoel:
  • Je leert wat adverbs of frequency zijn.
  • Je weet op welke plaats adverbs of frequency moeten staan in een zin.

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Adverbs of Frequency
Lesdoel:
  • Je leert wat adverbs of frequency zijn.
  • Je weet op welke plaats adverbs of frequency moeten staan in een zin.

Slide 1 - Diapositive

Welke bijwoorden van frequentie ken je in het Nederlands?

Slide 2 - Carte mentale

Welke bijwoorden van frequentie ken je in het Engels?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Op welke plek komende bijwoorden van frequentie in een zin?
Staat er: am - are - is  in de zin?

JA: bijwoord van frequentie er achter
I am always late.

NEE: bijwoord van frequentie er voor
I always speak the truth.

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeldzinnen

voorbeelden met am/is/are
I am usually going to work by car.
They are never tired of their parents

voorbeelden zonder am/is/are
I always do my homework.
We often go to the park.

Slide 7 - Diapositive

Welk woord is géén bijwoord van frequentie?
A
always
B
rarely
C
never
D
Yesterday

Slide 8 - Quiz

Wat geeft een adverb of frequency aan?
A
Wanneer iets gebeurt
B
Waar iets gebeurt
C
Hoe vaak iets gebeurt
D
Waarom iets gebeurt

Slide 9 - Quiz

Put the adverbs of frequency in order from 0% to 100%
0%
10%
50%
70%
100%
often
sometimes
hardly ever
never
always

Slide 10 - Question de remorquage

Zet de Adverbs of Frequency op volgorde van waarschijnlijkheid
always
occasionally
never
often

Slide 11 - Question de remorquage

Julia
goes
Sleep de woorden naar de juiste box
Frequency (hoe vaak)
Manner (hoe dan)
Place (waar)
Time (wanneer)
sometimes
to the cinema
on a school night

Slide 12 - Question de remorquage

Julia
is
Sleep de woorden naar de juiste box
Frequency (hoe vaak)
Manner (hoe dan)
Place (waar)
Time (wanneer)
always
to hockey practice
on Wednesdays
late

Slide 13 - Question de remorquage

Welke zin is juist?
A
Mad my sister is always at me
B
My sister is always mad at me
C
My sister always is mad at me

Slide 14 - Quiz

Welke zin is juist?
A
My sister reads a book often.
B
My sister often reads a book.
C
Often my sister reads a book.
D
My sister reads often a book.

Slide 15 - Quiz

Wat zijn adverbs of frequency?
A
am / is / are / was / were
B
always / never / often
C
work / play / eat
D
to be / was were / been

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Lien

Homework
Chapter 3
I  Writing & Grammar

opdr. 51
slimstampen grammar 9B

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo