Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welk drie teksdoelen ken je?
Slide 1 - Question ouverte
Tekstdoelen (1)
Een schrijver heeft met een tekst altijd een bedoeling.
Bijvoorbeeld uitleggen hoe je voor een konijn moet zorgen.
Er zijn een aantal tekstdoelen.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Tekstdoelen (2)
In een tekst kunnen verschillende doelen zitten, maar meestal heeft een schrijver maar 1 doel met zijn tekst.
Als je het doel van een tekst moet noemen, bedenk dan: wat wil de schrijver met deze tekst?
Omdat de doelen van een schrijver met een tekst kunnen verschillen, zijn er ook verschillende soorten teksten. Bij een bepaalde tekstdoel hoort een bepaalde tekstsoort.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Lees de tekst.
Slide 7 - Diapositive
Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren
Slide 8 - Quiz
Leg uit waarom dit een amuserende tekst is.
Slide 9 - Question ouverte
Lees de tekst.
Slide 10 - Diapositive
Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren
Slide 11 - Quiz
Wat kun je van deze informatie leren?
Slide 12 - Question ouverte
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen