§3.2 Temperatuur meten

§3.2 Temperatuur meten
Hoofdstuk 3 Water
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NaSkMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

§3.2 Temperatuur meten
Hoofdstuk 3 Water

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van §3.2 kan ik:
  • de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen.
  • uitleggen hoe een vloeistofthermometer werkt. 
  • een schaalverdeling in graden Celsius maken met behulp van het smeltpunt van ijs en het kookpunt van water. 
  • verschillende soorten thermometers benoemen.
Hoofdstuk 3 Water
§3.2 Temperatuur meten

Slide 2 - Diapositive

IJs en water bestaat uit:
A
Dezelfde fase
B
Dezelfde stof
C
Dezelfde vorm
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 3 - Quiz

Als water kookt, ontstaat waterdamp en nevel. Op de foto is de plek waar veel waterdamp is aangegeven met de letter:
A
A
B
B
C
Zowel A als B
D
Geen van beide

Slide 4 - Quiz

Er bestaan zout-, suiker- en ijskristallen.
Wat hebben deze kristallen met elkaar gemeen?
A
De kristallen bestaan uit dezelfde stof
B
De kristallen bestaan uit dezelfde grootte
C
De kristallen zijn steeds de vaste fase van de stof
D
De kristallen hebben een zeshoekige structuur

Slide 5 - Quiz

Welke uitspraak over ijzel is waar?
A
IJzel bestaat uit kristallen
B
IJzel is een vaste stof
C
IJzel is een vloeistof
D
IJzel is een gas

Slide 6 - Quiz

Hoe warm is het hier? Denk aan de eenheid!!

Slide 7 - Question ouverte

Temperatuur
Mensen zijn het wel eens oneens over de temperatuur...


Hoofdstuk 3 Water
§3.2 Temperatuur meten
Lekker warm
VEELS TE HEET
Lekker
BRRRRRR IJSKOUD

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Thermometer
Om temperaturen betrouwbaar te 
vergelijken, heb je een meetinstrument
nodig: de thermometer

Een bekend soort thermometer 
is de vloeistofthermometer. 
Hoofdstuk 3 Water
§3.2 Temperatuur meten

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

De celciusschaal
Temperatuur meten 
wij in graden Celsius. 

Dit mag je afkorten met
°C 

Hoe weten we nu dan
de temperatuur?
Hoofdstuk 3 Water
§3.2 Temperatuur meten

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Andere soorten thermometers

Hoofdstuk 3 Water
§3.2 Temperatuur meten
Analoog
Digitaal

Slide 14 - Diapositive

Hoe noem je verdikking onderaan het glazen pijpje van een vloeistofthermometer?
A
de schaalverdeling
B
de stijgbuis
C
het reservoir

Slide 15 - Quiz

Je hebt een gasoven aanstaan. De laagste temperatuur in een gasoven is 140 °C. De hoogste temperatuur is 280 °C. Je wilt weten hoe warm de oven precies is. Je hebt alleen een buitenthermometer met een meetbereik van −30 °C tot 50 °C.

Kun je met de buitenthermometer de temperatuur van de oven meten?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Keran heeft op een thermometer zonder schaalverdeling het nulpunt (0 °C) en het honderdpunt (100 °C) aangegeven. De twee streepjes staan 10 cm uit elkaar.
Als Keran zijn zelfgemaakte thermometer in water van onbekende temperatuur plaatst, stijgt de alcohol in de stijgbuis tot 4 cm boven 0 °C.

Wat is de temperatuur van het water?
A
20 °C
B
40 °C
C
60 °C
D
Dat kun je niet zeggen met de gegevens die je hebt

Slide 17 - Quiz

Doelencheck!
Als het goed is kan ik nu:
  • de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen.
  • uitleggen hoe een vloeistofthermometer werkt. 
  • een schaalverdeling in graden Celsius maken met behulp van het smeltpunt van ijs en het kookpunt van water. 
  • verschillende soorten thermometers benoemen.
Hoofdstuk 3 Water
§3.2 Temperatuur meten

Slide 18 - Diapositive

Hoeveel doelen beheers jij?
04

Slide 19 - Sondage

Aan de slag

Lezen §3.2 Temperatuur meten. (blz. 99 en 100)
Leren Leerstofoverzicht §3.2 op blz. 136
Maken opdrachten §3.2: 1 t/m 9

Klaar? Maak de test jezelf van §3.2 (online methode)
Hoofdstuk 3 Water
§3.2 Temperatuur meten
timer
3:00

Slide 20 - Diapositive