Tegelproject

• Handvaardigheid
• Voortgezet speciaal onderwijs

1. Lesopening/Lesdoel                         Tegelproject

2. Terugblik                                           Wat is reliëf?

3. Instructie                                              Wat ga je maken?

4. Begeleid inoefenen                           Stappenplan

5. Zelfstandig werken                             Nu jij!

6. Evaluatie

1. Lesopening/Lesdoel

Al duizenden jaren worden allerlei gebruiksvoorwerpen uit klei gemaakt, ook tegels. Gebakken klei is poreus, daarom niet voor alle toepassingen geschikt. Zo kunnen geen vloeistoffen worden bewaard in aardewerk zonder dat de buitenlaag eerst bewerkt is. Dankzij de ontdekking van glazuur, zijn tegels waterdicht en makkelijk schoon te maken.

(Tin)glazuur werd al ruim 600 jaar voor Christus in het Midden-Oosten toegepast. Daardoor kregen de voorwerpen na het bakproces een ondoorzichtige en witglanzende oppervlakte.  Vanaf die tijd werden op die witte ondergrond vaak prachtige schilderingen aangebracht. Die kunstvorm breidde zich uit naar Egypte, Noord-Afrika en Spanje.

1. Lesopening/Lesdoel

Weten wat reliëf is en kunnen toepassen

Werken in thema's

Reproduceren

Netjes werken met klei

Zorgvuldig omgaan met materiaal

Verzorging werkplek is erg belangrijk

Lesduur: 

• 1 lesuur, ontwerpen
• 6 lesuren, tegels maken met mal
• 2 lesuren, reproduceren
• 2 lesuren, glazuren

2. Terugblik 

Wat is reliëf?

Reliëf is verschil in hoogte, je kunt reliëf altijd voelen!

Laag reliëf

Hoog reliëf

3. Instructie

Wat ga je maken?

Je gaat een tegel ontwerpen die je kan reproduceren. Dit doe je door er een mal van gips omheen te maken. Je maakt twee verschillende tegels waarin je gebruik maakt van hoog- en laag reliëf.  De tegels moeten bij elkaar horen.

4. Begeleid inoefenen

Stap 1: Ontwerpen

Maak twee ontwerpen op papier. (hier krijg je een cijfer voor)

Thema: Tegenstelling of overloop in verhaal

Je gaat twee tegels ontwerpen op ware grote. Teken het formaat op je A4 vel en maakt twee tegels in tegenstelling of zorg dat ze samen een beeld worden. 

Overloop in verhaal

Tegenstelling

overloop in verhaal

Reliëf verschil

Stap 2, Tegel uit klei maken

Eerst twee ontwerpen op papier dan uit klei!

Let op! Je tegel moet strakjes wel goed uit de mal komen, zonder beschadigingen. Dat noem je lossend zijn. Als je een dwarsdoorsnede van je tegel ziet moet die er zo uitzien:

Stap 3, Gieten

1. Vraag een mal bij de docent (dit is een silicone vorm).
2. Leg je tegel netjes in het midden, zodat je rand strakjes overal even dik is. 
3. Vul nu een gipsbakje voor de helft met water. Strooi voorzichtig het gips in het bakje, laat het gips rustig naar de bodem zakken, zo dringt het water helemaal in het gips.
   LET OP!, je mag nu niet roeren! Je ziet ook niet meer of er nog gips bij moet.
4.  Je kunt zien als er genoeg gips in je bakje zit, als je geen water meet ziet liggen op het gips. Je kunt nu nog 1 of 2 lepels gips toevoegen in het gips dikker te maken.
5. Roer het gips voorzichtig door, je wilt er geen lucht in roeren!
6. Je maakt per tegel twee bakjes aan, werk daarom in tweetallen. Anders kun je er niet meer mee werken.
7. Giet voorzichtig het gips in de vorm. Bakje voor Bakje. 

8. Pak voorzichtig het bakje waar je vorm op ligt op aan een kant en tik hiermee zachtjes! op de
     tafel.  Zo komt de lucht die nog in je gips zit naar boven.

9. Laat je gips nu hard worden. Ga verder met het maken van  je volgende tegel. Of maak van je
     1e mal een afdruk!

Stappenplan Afdrukken maken

Je begint weer met de eerste stappen van de tegel te maken. 

5. Druk nu je uitgesneden tegel in de gipsen mal. Laar de klei een tijdje in de mal zitten, zodat het water uit de klei in het gips trekt. Zo kun de tegel er makkelijker uithalen. 

5. Zelfstandigwerken

Werken volgens stappenplan.

1. twee ontwerpen maken op papier, overloop in verhaal of tegenstelling.
2. Tegel uit klei maken
3. Gieten
4. Afdrukken maken

6. Evaluatie

Wat is je thema?

Waar start je de volgende les mee?

Wat ga je de volgende les anders doen?

Waar ben je trots op?

*Plusopdracht of Klaaropdracht