Trabitur, Kapitel 3-les 4 bezittelijk vnw

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1,2

Willkommen, heute ist Montag

der 13. Februar 2023

Lernziel(e)

• Kun je een bezittelijk voornaamwoord invullen in een zin. 

Programm 

1.   Was haben wir in der letzten Stunde besprochen? 

2.  Kapitel 3, het bezittelijk voornaamwoord

3.  Nieuwe woorden van K4 lezen

4. zelfstandig werken.

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Nu gaan we oefenen!

1. Aufg. H6 (S.99)

2. Aufg. D14 

3. Aufg. D15 + D16 gezamenlijk

Nu gaan we gezamenlijk het werk nakijken!

De bezittelijke voornaamwoorden

Het bezittelijke voornaamwoord:

- geeft een bezit aan

- staat voor een zelfstandignaamwoord

Voorbeelden bezittelijk voornaamwoord:

- ik eet mijn banaan / ich esse meine Banane

- dat is jouw huis / das ist dein Haus

- jij hebt zijn fiets / du hast sein Fahrrad

- wij eten ons ijsje / wir essen unser Eis

ich	ik
du	jij
er	hij
sie	zij (ev)
wir	wij
ihr	jullie
sie	zij (mv)
Sie	U

mein-	mijn
dein-	jouw
sein-	zijn
ihr-	haar
unser-	ons/onze
euer-	jullie
Ihr-	hun
Ihr-	Uw

Persoonlijke voornaamwoorden

Bezittelijke voornaamwoorden

Sein.. Vater (m)
ist krank

1. sein
2. seine
3. seinen

Ihr.. Oma (v) hat Blumen gekauft

1. Ihr
2. Ihre
3. Ihren

Unser.. Handys (mv) sind kaputt

1. Unser
2. Unsere
3. Unseren

Euer.. Schule (v) hat zu

1. Euer
2. Eueren
3. euere

Er gibt mein.. Kopfhörer (m) zurück

1. mein
2. meinen
3. mein

We lezen nu samen de woorden

Nu gaan we aan zelf aan het werk!

1. Maakt Aufgabe 15.3 + 19.5  in je boek

2. Maak Aufgabe H10  in je boek

3.  Maak Aufgabe D18  in je boek

Hausaufgaben für nächste Woche, Kapitel 3

1.  Leren: leren bezittelijke voornaamwoorden

2. Maakt Aufgabe 15.3 in je boek

3. Maak Aufgabe H10 in je boek

4. Maak Aufgabe D18  in je boek

5. Schrijf de woorden van H4 in je schrift.