11.6: Afweer BB/KB

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

 Transport en afweer

Sleep de dingen naar het lymfevatenstelsel die je kan vinden in de lymfe.

Lymfe

Witte bloedcellen

Rode bloedcellen

Grote eiwitten

Glucose

Vetten

Sleep de juiste namen naar hun plek.

1

2

3

4

5

6

Bloedplasma

Weefselvloeistof

Wittebloedcel

bloedvat

Lymfevat

rode bloedcel

Lymfe

bloedplaatje

Wat bevindt zich op plaats P?

1. bloed
2. lymfe
3. weefselvloeistof

Lymfe ontstaat doordat bloedplasma eerst

1. lymfe wordt en daarna weefselvloeistof
2. weefselvloeistof wordt en daarna lymfe

Wat is de functie van een lymfeknoop (Lymfeklier)?

1. Lymfe verzamelen
2. Lymfe zuiveren
3. Lymfe afbreken
4. Lymfe opnemen

Wat is GEEN functie van een lymfeklier?

1. productie van lymfe
2. zuiveren van lymfe
3. productie van witte bloedcellen

Wat doen we vandaag?

-Uitleg basisstof 11.6 

-Aan het werk

Lesdoelen

• Ik kan beschrijven hoe je je tegen ziekteverwekkers kunt beschermen.
• Ik kan het belang uitleggen van inentingen en antibiotica. 

samenstelling bloed

Lichaamsvreemd

Lichaamsvreemde stoffen = alle stoffen die niet in je lichaam thuis horen.

Denk aan: speeksel van een ander (door zoenen), gif, bacteriën, virussen, bloed van een ander.

Ziekteverwekkers = bacteriën/ virussen waarvan je ziek wordt

Beschermen

tegen ziekteverwekkers:

• Huid (talg)
• Slijmvliezen/ speeksel
• Maagsap
  

Afweer = je lichaam verdedigt zich tegen ziekteverwekkers

Infectie = ziekteverwekker die in je lichaam komt en die zich vermeerdert. (koorts)

• Huid
• Slijmvliezen/ trilharen
• Maagsap
  

Bescherming tegen een infectie

Bestrijden van een infectie

Onschadelijk maken ziekteverwekker

Vorming van antistoffen

Onschadelijk maken ziekteverwekker

Door insluiting

Of door antistoffen

(De antistof plakt vast aan de ziekteverwekker)

Iedere antistof past maar op 1 ziekteverwekker

Je bloed vervoert de antistoffen

 1) ziekteverwekker in het lichaam --> je wordt ziek

2) antistoffen worden gemaakt -->  je wordt beter 

Immuun

1) ziekteverwek-ker komt voor de 2de keer in je lichaam

2) er worden veel sneller antistof-fen gemaakt en je wordt niet of veel minder ziek

immuun

Immuniteit

Natuurlijke immuniteit
Door het te krijgen  (Waterpokken)

Kunstmatige immuniteit 

Inenting/Vaccinatie --> klein beetje ziekteverwekker 

(verzwakt) wordt ingespoten --> bloedcellen maken antistoffen

Antibiotica

Stoffen die bacteriën kunnen doden

Aan het (huis)werk

-Lees blz. 156 t/m 164

-Maak basisstof 11.6 Opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 7

Klaar? Oefenen op:

https://mijnbio.weebly.com/onderdelen-hart.html

https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Hart/hartonderdelen.htm