Les 4 Bezittelijk voornaamwoord klas 2

het bezittelijk voornaamwoord
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

het bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord
mijn
jouw
zijn 
haar
ons
jullie
hun/uw
mein
dein
sein
ihr
unser
euer
ihr/Ihr
Bij die-woorden (v) en het meervoud (mv) komt er een E achter.

Slide 2 - Diapositive

(mijn) Vater
(jouw) Mutter
(ons) Haus
(mijn) Schwester
(jouw) Freund
(onze) Familie
mein
meine
dein
deine
unser
unsere

Slide 3 - Question de remorquage

mijn
jouw
haar
hun
zijn
onze
jullie
uw
unser(e)
sein(e)
mein(e)
ihr(e)
euer/
eure
dein(e)
Ihr(e)

Slide 4 - Question de remorquage

bij vrouwelijke woorden komt er een -e achter het bezittelijke voornaamwoord
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

bij mannelijke woorden komt er een -e achter het bezittelijke voornaamwoord
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

jouw school
A
deine Schule
B
dein Schule
C
deinen Schule
D
die Schule

Slide 7 - Quiz

uw kinderen
A
ihre Kinder
B
ihr Kinder
C
Ihr Kinder
D
Ihre Kinder

Slide 8 - Quiz

onze vriend
A
unser Freund
B
unsere Freund
C
euer Freund
D
sein Freund

Slide 9 - Quiz

(haar) Pferd (o) ist krank.


Slide 10 - Question ouverte

Wo wohnen (jouw) Großeltern (mv)?

Slide 11 - Question ouverte

(uw) Hund (m) ist sehr lieb.

Slide 12 - Question ouverte

Ich mag (hun) Haus (o).

Slide 13 - Question ouverte

(onze) neue Wohnung (v) ist sehr schön.

Slide 14 - Question ouverte

Das ist (zijn) Vater (m).

Slide 15 - Question ouverte

Vertel in eigen woorden wat je hebt geleerd over de grammatica van vandaag.

Slide 16 - Question ouverte

Ik heb de uitleg begrepen:
A
ja, ik snap alles
B
ja, ik snap het redelijk
C
ik snap het een klein beetje
D
nee, ik snap er niks van

Slide 17 - Quiz