h.5 Sociale media les 4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

h.5 Sociale media

les 4

Wat doen we deze les?

• Spreekbeurten: Jasmijn, Isabella en Daria

• We bekijken de theorie over het leesdoel: voorspellend lezen.

• We bespreken een aantal onderdelen van opdracht 5, 6 en 7

• Jullie gaan aan de slag met de opdrachten uit het boek.

Maak aantekeningen in je schrift.

1. Wat is een algoritme?

2. Wat is de

   overeenkomst tussen

   een algoritme en een

   recept?

3. Wat zijn drie nadelen

   van een algoritme?

Een algoritme is een serie van opdrachten die de computer stap voor stap kan uitvoeren.

opdr. 7 (blz. 129)

Wat is een algoritme?

Een algoritme is een serie van opdrachten die de computer stap voor stap kan uitvoeren.

Wat is de overeenkomst tussen een algoritme en een recept?

Een algoritme is een reeks stap-voor-stap opdrachten voor de computer. Een instructie geeft ook een reeks stap-voor-stap opdrachten, maar dan aan mensen. Een voorbeeld van een instructie voor mensen is een recept.

Wat zijn drie nadelen van een algoritme?

1. dat je dingen mist.

2. dat je steeds meer van hetzelfde krijgt en alleen informatie ziet die bij jouw mening past.

3. dat clickbait snel gevonden wordt, en er daardoor veel aandacht gaat naar bijvoorbeeld

   schreeuwende koppen.

leesdoel	aanpak	resultaat
de tekst kort doornemen
Voorspellen waar de tekst over gaat	• Bekijk de titel , tussenkopjes en afbeeldingen .	• Je weet wat het onderwerp van de tekst is.
	• Let op opvallende woorden.	• Je weet of je de tekst helemaal wilt lezen.
	• Lees de eerste en laatste alinea.

voorspellend lezen:

Je bekijkt:

1. de titel 

2. tussenkopjes

3. afbeeldingen

4. opvallende

   woorden

Je leest:

5.  de eerste alinea

6.  laatste alinea

Waar gaat de tekst over? 

Wat is dus het onderwerp van de tekst?

mediawijsheid onder jongeren

deelonderwerp

kernzin

deelonderwerp:

meisjes mediawijzer dan jongens

kernzin: de eerste zin

Waar let je op als je het onderwerp van de tekst wilt bepalen?

Welke delen van de tekst bekijk je en welke delen lees je?

1. titel, tussenkopjes, afbeeldingen. Je leest het middenstuk van de tekst.
2. titel, tussenkopjes, afbeeldingen en opvallend gedrukte woorden. Je leest het slot van de tekst.
3. titel, tussenkopjes, afbeeldingen en opvallend gedrukte woorden. Je leest de eerste en laatste alinea .
4. titel, tussenkopjes, afbeeldingen. Je leest de eerste alinea van de tekst.

• Huiswerk dinsdag: h.5.3 maken opdr. 14 (blz. 135 en verder)
• klaar: werk verder aan woordenschat (online 5 Sociale media)
• Magister - leermiddelen - Op niveau - 5. Sociale media - woordenschat