ZSW SVA Schoonmaak

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 5

ZSW SVA Schoonmaak

Theorie Stofwissen

Benoem de onderdelen van het stofwisapparaat.

Benoem de 3 schoonmaakregels

Materialen kennis

Benoem de materialen die je nodig hebt voor stofwissen.

Waar of niet waar:

Beeld uit welke route je loopt tijdens het stofwissen.

Schoonmaken doe je van onder naar boven. 

Voor stofwissen gebruik je de microvezel doek met het blauwe label.

De steel van het stofwisapparaat zet je op schouderhoogte als je gaat werken.

Bij het stofwissen loop je voor het stofwisapparaat.

De bewaarboxen gebruik je om een sopje in te maken.

De onderkant van het stofwisapparaat heet de wingvoet. 

Theorie Moppen

Benoem de materialen die je nodig hebt voor moppen. 

Waar of niet waar:

Voordat je begint plaats je een waarschuwingsbord. 

Bij moppen loop je dezelfde route als bij stofwissen.

Voor het moppen hoef je niet eerst te stofwissen.

Bij moppen heb je geen schort nodig. 

Noem 2 van de 3 kritieke punten van moppen. 

Beeld de looproute van moppen uit. 

Theorie Sanitair

Noem 3 voorbeelden van sanitair. 

Benoem de materialen die je nodig hebt voor sanitair. 

Maak de zinnen af:

Een handveger en blik maak je schoon met een:

Het  blauwe wasnet gebruik je voor:

Het rode wasnet gebruik je voor:

Voor het moppen van de vloer heb je de ........ nodig

In de toiletpot spuit je 3 of 4 keer: 

Theorie Interieur

Benoem de materialen

Benoem de 3 aandachtspunten bij interieur.

Noem 3 voorbeelden van de balanshouding en waarom is deze belangrijk?

Algemene materialenkennis.

Hoe heet: