4B H2 Schrijven - verslagen

2.4 verslagen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

2.4 verslagen

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
In deze paragraaf leer je:
  • een verslag schrijven met behulp van een tekstschema;
  • alinea's maken;
  • samenhang in een tekst aanbrengen met signaalwoorden;
  • het woordgebruik variëren;
  • taalgebruik aanpassen aan de lezer van de tekst.



Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Welke stap hoort niet bij het schrijven van een verslag?
A
deelonderwerpen op een kladblaadje schrijven
B
je onderwerpen in de volgorde zetten waarin ze gebeurd zijn
C
één lap tekst schrijven
D
je naam onder het verslag schrijven

Slide 7 - Quiz

Wat is citeren?
A
Een verslag schrijven
B
Opschrijven wat iemand letterlijk zegt

Slide 8 - Quiz

Zo schrijf je een verslag

- bedenk wat je gaat schrijven: geef antwoord op de 5w+h-vragen

- zet alle informatie in een juiste volgorde (chronologische volgorde)

- maak gebruik van signaalwoorden zoals eerst, daarna,toen, daarna, ten slotte 

- verdeel de informatie in alinea's (inleiding, kern, slot)

- besteed in een persoonlijk verslag aandacht aan wat je zelf van de gebeurtenis vond

- Noteer, indien van toepassing, het materiaal dat je gebruikt hebt

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Opdrachten
Maak opdracht 1 t/m 5 (p. 85-87)

Slide 11 - Diapositive

Even herhalen. In een verslag
  • beschrijf je een gebeurtenis die je het meegemaakt;
  • staan veel feiten (waar, wanneer, wat etc.) ;
  • staat vaak ook een mening (wat vond je ervan?);
  • staat de tekst in de verleden tijd;
  • staan de gebeurtenissen in chronologische volgorde.
Pakkende inleiding, kern met enkele alinea's en een duidelijk slot.

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 7 (p. 88/89)
a. Lees tekst 2 'Drukbezochte luchtmachtdagen'.
b. Onderstreep het woord 'luchtmachtdagen' in al. 2.
Maak c en d in je werkboek.

Klaar? Maak opdracht 8 t/m 11 (p. 89-91)



Slide 13 - Diapositive

Verslag voorbereiden
  • Lees de opdracht nauwkeurig door.
  • Onderstreep belangrijke zaken
  • Geef antwoord op de 5W+H-vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe)

Slide 14 - Diapositive

VERSLAG SCHRIJVEN
 Verzamel alle feiten. Hiervoor kun je de 5w+h-vragen gebruiken. 

  • Noem in de inleiding het onderwerp en geef kort antwoord op de 5w+h-vragen.
  • Vertel in het middenstuk de gebeurtenissen in de volgorde waarin ze gebeurd zijn: de chronologische volgorde (signaalwoorden van tijd: eerst, toen, daarna). Hier behandel je de 5w+h-vragen uitgebreid. 
  • Slot: schrijf je mening of vat alles kort samen.



Slide 15 - Diapositive