04 RVV art 62 t/m 75
U rijdt in een open gebied waar de wind vrij spel heeft en ziet de windzak zo wapperen. Wat is verstandig?
A
Stuur stevig vasthouden en snelheid verhogen. Zo heeft de wind minder grip op u
B
Stuur losjes vasthouden en snelheid verhogen. Zo heeft de wind minder grip op u
C
Stuur stevig vasthouden en snelheid verminderen. Zo heeft u meer controle over de auto
D
Stuur losjes vasthouden en snelheid verminderen. Zo heeft u meer controle over de auto
1 / 15
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
U rijdt in een open gebied waar de wind vrij spel heeft en ziet de windzak zo wapperen. Wat is verstandig?
A
Stuur stevig vasthouden en snelheid verhogen. Zo heeft de wind minder grip op u
B
Stuur losjes vasthouden en snelheid verhogen. Zo heeft de wind minder grip op u
C
Stuur stevig vasthouden en snelheid verminderen. Zo heeft u meer controle over de auto
D
Stuur losjes vasthouden en snelheid verminderen. Zo heeft u meer controle over de auto
Slide 1 - Quiz
Wat betekent deze markering?
A
Pianomarkering
B
V.O.P.
( voetgangers oversteekplaats )
C
F.O.P.
( fietsers oversteekplaats )
D
Kanalisatiestrook.
Slide 2 - Quiz
U rijdt op de rechter rijstrook. Wat kunt u straks verwachten?
A
U nadert een tunnel
B
U nadert een scherpe
U-bocht
C
U nadert een doodlopende weg
Slide 3 - Quiz
Wat betekent dit bord?
A
U nadert een spoorwegovergang met 2 sporen
B
U nadert over 160 meter een spoorwegovergang
C
U nadert over 200 meter een spoorwegovergang
Slide 4 - Quiz
Zet de juiste getallen bij het juiste bord.
Hoeveel meter bent u van de spoorwegovergang verwijderd?
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
220
240
260
280
300
320
340
360
Slide 5 - Question de remorquage
U wilt rechtdoor rijden. Mag dat?
A
Nee. U word omgeleid naar rechts
B
Ja. U hoeft de omleiding niet verplicht te volgen
C
Ja. Dit bord geeft een route aan voor als u gevaarlijke stoffen bij u heeft.
Slide 6 - Quiz
Hoe snel gaat u nu rijden?
A
80km/h
B
100km/h
C
130km/h
Slide 7 - Quiz
U laat uw leerling hier uitstappen en u rijdt vervolgens weer weg.
Mag dat ?
Mag dat ?
A
Ja. Dit valt onder stilstaan en dat mag hier.
B
Ja. Dit valt onder parkeren en dat mag hier.
C
Nee. Dit valt onder stilstaan en dat mag hier niet.
D
Nee. Dit is een gelegenheid bestemd voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen.
Slide 8 - Quiz
Kunt u hier tegenliggers verwachten?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quiz
U wilt in deze straat uw leerling uit laten stappen. Dit mag...?
A
niet
B
Alleen aan de linkerkant
C
Alleen aan de rechterkant
D
Aan beide kanten
Slide 10 - Quiz
Waar wordt u voor gewaarschuwd?
A
Overstekende/ spelende kinderen
B
voetgangers
C
Voetgangers oversteekplaats
Slide 11 - Quiz
Waar wordt u voor gewaarschuwd?
A
Een privé terrein met omheining
B
Een beveiligde spoorwegovergang
C
Dat de vangrail of hekken ontbreken in de berm
Slide 12 - Quiz
Waar wordt u voor gewaarschuwd?
A
Een steile helling
B
Een steile daling
Slide 13 - Quiz
U nadert een...?
A
rotonde
B
verkeersplein
C
omleiding
Slide 14 - Quiz
Zet de juiste snelheid in de juiste categorie
binnen de bebouwde kom
buiten de bebouwde kom
