Enzymen zitten in verteringssappen en helpen bij het verteren van voedingsstoffen. Enzymen zorgen ervoor dat de vertering van voedingsstoffen gaat. Door je voedsel te kauwen, je het oppervlak. Hierdoor zijn de voedingsstoffen in het voedsel bereikbaar voor de enzymen.
vergroot
sneller
beter
Slide 19 - Question de remorquage
Hier zie je een deel van een verteringsstelsel. Wat is 2?
Slide 20 - Question ouverte
Door goed te kauwen beinvloed je de snelheid van het verteren van je eten. Wat gebeurt er met de snelheid van het verteren?
A
sneller
B
langzamer
C
geen effect
D
geen idee
Slide 21 - Quiz
De vertering van voedingsstoffen start in:
A
mondholte
B
maag
C
12-vingerige darm
D
dunne darm
Slide 22 - Quiz
Voedingsstoffen die moeten worden verteerd
Voedingsstoffen die niet worden verteerd
Mineralen
Zetmeel
Water
Eiwitten
Vetten
Vitaminen
Koolhydraten
Slide 23 - Question de remorquage
Hier zie je een deel van een verteringsstelsel. Wat is 3?
Slide 24 - Question ouverte
Wat is de rol van enzymen bij de vertering?
A
enzymen zorgen voor een chemische vertering
B
enzymen zorgen voor oppervlakte vergroting
C
enzymen zorgen voor darmperistaltiek
D
enzymen zorgen voor emulgatie
Slide 25 - Quiz
Enzymen worden verbruikt tijdens de vertering
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quiz
Hier zie je een deel van een verteringsstelsel. Wat is 1?
Slide 27 - Question ouverte
De lever maakt gal. Wat is de functie van gal?
A
Gal is een hulpstof voor de vertering van koolhydraten.
B
Gal bevat een enzym voor de vertering van vetten.
C
Gal is een hulpstof voor de vertering van vetten.
D
Gal bevat een enzym voor de vertering van eiwitten.
Slide 28 - Quiz
Judith is geboren met een verkleving van haar dikke darm. De darmwand plakt aan elkaar, waardoor er geen voedsel door de dikke darm kan. Ze moet binnen drie dagen worden geopereerd en mag in de tussentijd niet eten.
Waarom mag Judith pas eten nadat ze is geopereerd?
A
omdat de twaalfvingerige darm geen enzymen aan het voedsel kan toevoegen
B
omdat het voedsel niet in haar maag kan komen
C
omdat ze het voedsel niet kan uitpoepen via de endeldarm
D
omdat ze het voedsel niet kan verteren in haar dunne darm
Slide 29 - Quiz
Welk verteringssap heeft deze functie?
A
speeksel
B
gal
C
alvleessap
D
maagsap
Slide 30 - Quiz
welk verteringssap doodt bacteriën?
A
speeksel
B
maagsap
C
alvleessap
D
darmsap
Slide 31 - Quiz
Hier zie je een deel van een verteringsstelsel. Wat is 4?
Slide 32 - Question ouverte
Tot volgende morgen
Succes met leren!
Slide 33 - Diapositive
Vul de tabel over twee voedingsstoffen in door aan te geven wat voor soorten voedingsstoffen ze zijn