Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Formuleren 3: Verwijswoorden
Je kan bepalen of een zelfstandig naamwoord het lidwoord
de
of
het
krijgt.
Je kan de verwijswoorden
deze, die, dit
en
dat
op de juiste manier gebruiken.
Korte uitleg
Oefenopdrachten
Nederlands
FB blz 218-219
opdracht 1 t/m 7
Hebben we alle doelen behaald?
afmaken 1 t/m 7 indien nodig
uitzoeken van een nieuw leesboek!
1 / 10
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Cette leçon contient
10 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Je kan bepalen of een zelfstandig naamwoord het lidwoord
de
of
het
krijgt.
Je kan de verwijswoorden
deze, die, dit
en
dat
op de juiste manier gebruiken.
Korte uitleg
Oefenopdrachten
Nederlands
FB blz 218-219
opdracht 1 t/m 7
Hebben we alle doelen behaald?
afmaken 1 t/m 7 indien nodig
uitzoeken van een nieuw leesboek!
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel vorige les
Je kan bepalen of een zelfstandig naamwoord het lidwoord
de
of
het
krijgt.
Slide 2 - Diapositive
Leerdoel deze les
Je kan de verwijswoorden
deze, die, dit
en
dat
op de juiste manier gebruiken.
Slide 3 - Diapositive
Voorkennis
Wat we al weten is dat zelfstandig naamwoorden mannelijk, vrouwelijk of onzijdig zijn.
Mannelijke en vrouwelijke woorden zijn
de
-woorden. Onzijdige woorden zijn
het
-woorden.
Wanneer verwijs je met
die/deze
en wanneer met
dit/dat
?
Slide 4 - Diapositive
Theorie
Het kan ook zijn dat er in een tweede zin verwezen wordt naar een zelfstandig naamwoord in de eerste zin.
Dat kan soms best moeilijk zijn.
Slide 5 - Diapositive
Eerste voorbeeld
"Frankrijk heeft een nieuwe regering. [...] gaat komende week aan het werk."
Vraag
: wat gaat komende week aan het werk?
Antwoord
: de regering
Het is een de-woord, dus je verwijst naar die of deze. Dus:
"Deze gaat komende week aan het werk."
Slide 6 - Diapositive
Tweede voorbeeld
Een verwijswoord kan ook naar een hele zin verwijzen. Bijvoorbeeld:
Er loopt een losgebroken stier op de snelweg.
Dat
is erg gevaarlijk.
Slide 7 - Diapositive
Oefenopdracht
Het personeel van de supermarkt was erg geschrokken van de gewapende overvaller. Maar [...] nam na de overval snel de benen.
Welk verwijswoord moet er op de puntjes staan?
Slide 8 - Diapositive
Vragen over de lesstof? :-)
Slide 9 - Diapositive
Aan de slag:
FB blz 218-219
Maak nu opdracht
: 1 t/m 7
Klaar?
lees dan een stripboek naar keuze van de kast
Huiswerk:
evt. afmaken 1 t/m 7, nieuw boek uitkiezen
Slide 10 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Zaterdag 13 april 2024 - Cursus 6 Formuleren par. 3 en 4 verwijswoorden
Avril 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
§ 3 verwijswoorden
Avril 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, vwo
Leerjaar 1
Herhaling woorden onderzoeken 19_11
Novembre 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
§ 3 verwijswoorden
Février 2024
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, vwo
Leerjaar 1
Formuleren §3 (les 2): Verwijswoorden
Mars 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
C6 les 32 Oefenen voor de toets
Décembre 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
TB bijvoeglijke naamwoorden - zelfstandige naamwoorden - lidwoorden
Février 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
C6 les 31 §3 Verwijswoorden
Décembre 2023
- Leçon avec
20 diapositives