Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Luister naar het lied.
Slide 1 - Diapositive
Write 3 useful sentences for in a shop
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Vidéo
Welke kleuren hoor je in deze dialoog?
Slide 4 - Question ouverte
Welk werkwoord past hier.......
Kan ik u ...................?
A
helpen
B
graag
C
zeggen
D
passen
Slide 5 - Quiz
Wat zeg je? Een ............ melk.
A
pot
B
zak
C
blik
D
pak
Slide 6 - Quiz
Welk woord past hier het beste?
Hoeveel .............. dat?
A
heeft
B
verkoopt
C
is
D
zegt
Slide 7 - Quiz
Of:
Hoeveel .............. dat?
A
heeft
B
verkoopt
C
kost
D
zegt
Slide 8 - Quiz
Mag ik een ........tomaten
A
een fles
B
een pond
C
een zak
D
een liter
Slide 9 - Quiz
Wat zeg je? een ............. shampoo.
A
een pak
B
een fles
C
een blik
D
een zak
Slide 10 - Quiz
Dialoog in een kledingwinkel
Schrijf een dialoog,
Je koopt een broek of een zomerjas.
gebruik in je dialoog een zin met de trappen van vergelijking. Bijvoorbeeld: Heeft u die broek ook kleiner? Welk merk is het beste? Heeft u die jas ook een maat groter?