In deze paragraaf behandelen wij het onderwerp 'water' in Europa. Het continent kent veel verschillende klimaten; van een koud klimaat in Noord-Scandinavië tot woestijnen in het zuiden van Europa. Dit zorgt voor een verschillend hoeveelheid beschikbaar water.
Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Introductie
In deze paragraaf behandelen wij het onderwerp 'water' in Europa. Het continent kent veel verschillende klimaten; van een koud klimaat in Noord-Scandinavië tot woestijnen in het zuiden van Europa. Dit zorgt voor een verschillend hoeveelheid beschikbaar water.
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Leerdoelen
Je kunt op een kaart aangeven waar natte en droge gebieden in Europa liggen.
Je weet welke gebieden in Europa voldoende of te weinig beschikbaar water hebben.
Je begrijpt waarom steeds meer gebieden in Europa kampen met overstromingsgevaar.
Slide 3 - Diapositive
Waterkringloop
Waterkringloop
Bekend moet zijn de waterkringloop.
De korte kringloop is verdampt zeewater wat hier direct weer uitregent.
Bij de lange kringloop wordt het verdampte water naar land gevoerd, waar het uit kan regenen of sneeuwen.
*Zie dat het hoogste punt de bergen zijn waar veel neerslag kan vallen.
Slide 4 - Diapositive
Klimaten
Europa kent diverse klimaten.
Koude klimaten in het noorden.
Warme klimaten in het zuiden.
Landklimaat in het oosten.
Gematigd zeeklimaat in het midden- en westen.
De klimaten zorgen voor een specifiek neerslagpatroon, maar ook of er veel of weinig verdamping is.
Met name in het zuiden is er weinig water beschikbaar vanwege de hoge temperaturen.
Slide 5 - Diapositive
Reliëf
Europa bestaat voor het grootste deel uit heuvels, middel- en hooggebergte. Er is dus veel reliëf.
Wanneer wolken (uit de waterkringloop) tegen een berg aan komt, kan dit er niet doorheen. Door de bergen worden de wolken omhoog gestuwd. Hierdoor ontstaan er meer wolken en kan het gaan regenen (stuwingsneerslag).
In de buurt van bergen is daardoor (altijd) veel neerslag te vinden.
Slide 6 - Diapositive
Neerslag
Aan de hand van de vorige slides is hiermee de neerslag in Europa te verklaren. Veel neerslag in de buurt van de zee en gebergtes. Weinig neerslag in het uiterste zuiden en het binnenland.
Slide 7 - Diapositive
Waterbalans
- Verhouding tussen beschikbare water en gebruik
Positieve waterbalans: er is meer water beschikbaar dan wordt gebruikt.
Negatieve waterbalans: er is meer water nodig dan beschikbaar is.
Slide 8 - Diapositive
Beschikbaar water?
Zuid- en Oost Europa weinig beschikbaar water
Kust- en berggebieden voldoende water
Waterbalans is verschillend per gebied
Afhankelijk van neerslag, verdamping, reliëf, afstand tot zee en gebruik door de mens
Slide 9 - Diapositive
Overstromingen
Overstromingen
Omdat er in Europa veel neerslag valt, betekent dit ook dat er veel plekken zijn die kunnen overstromen. Door het reliëf zijn er veel rivieren. Bijna driekwart van Europa wordt omringd door zee.
Hierdoor worden de kusten bedreigd door overstroming vanuit de zee.
Langs rivieren is tevens de kans groot op overstromingen.
Uit het hoofdstuk 'Steden' heb je geleerd dan mensen graag in de buurt van water wonen. Dit brengt de nodige risico's met zich mee.
Slide 10 - Diapositive
Risicogebieden overstromingen
Deze afbeelding komt uit het hoofdstuk 'Water' met gebieden waar kans bestaat op overstromingen.
Zorg dat je deze (weer) kent.
Slide 11 - Diapositive
Leerdoelen
Je weet welke gebieden in Europa voldoende of te weinig beschikbaar water hebben.
Je begrijpt waarom steeds meer gebieden in Europa kampen met overstromingsgevaar.
Je kunt op een kaart aangeven waar natte en droge gebieden in Europa liggen.