3.1 Klimaat Chili

Hoofdstuk 3: 
Chili, het land waar de aarde ophoudt
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3: 
Chili, het land waar de aarde ophoudt

Slide 1 - Diapositive

Klimaat in Chili
3.1: Klimaten in Chili

Slide 2 - Diapositive

Let Op:
De komende drie paragrafen is de stof voor de proefwerkweek!

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen par. 1: Klimaat
  • Je kent de begrippen van H3, par. 1 (ook uit het basisboek)
  • Je weet wat uniek is aan de ligging van Chili
  • Je kent de hoofdstad van Chili
  • Je weet aan welke oceaan Chili ligt
  • Je weet welk groot gebergte in Chili ligt
  • Je kent alle klimaten van Köppen

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen par. 1: Klimaat
  • Je weet wat de klimaatfactoren zijn
  • Je kent de kenmerken van alle klimaten van Köppen
  • Je weet welke klimaten Chili heeft
  • Je weet welke klimaatfactoren van invloed zijn op de klimaten in Chili  
  • Je weet wat El Nino is, hoe het ontstaat en wat de gevolgen daarvan zijn 

Slide 5 - Diapositive

Van welk klimaat is dit een kenmerk?:
Altijd boven 18°C
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Zeeklimaat
D
Landklimaat

Slide 6 - Quiz

Wat is het kenmerk van een BS-klimaat?
A
Altijd warm
B
0-250 mm neerslag
C
250-500 mm neerslag
D
Droge tijd in de zomer

Slide 7 - Quiz

Wat is een kenmerk van een landklimaat?
A
Koele zomers
B
In de winter tussen -3°C en +18°C
C
In de winter kouder dan -3°C
D
Altijd kouder dan 10°C

Slide 8 - Quiz

Welk klimaat hoort bij EF?
A
Koud klimaat met het hele jaar neerslag
B
Altijd sneeuw
C
Toendra
D
Hooggebergte

Slide 9 - Quiz

Bij welke hoofdletters kan er een kleine letter (f, s of w) volgen?
A
A, D, E
B
A, B, C
C
A, B, E
D
A, C, D

Slide 10 - Quiz

Foefje
Daarna: kijken naar neerslag. Is er een droge tijd? -> 
3 maanden minder dan 30 mm neerslag.

Slide 11 - Diapositive

Je ziet straks 3 klimaatgrafieken voorbij komen, welke klimaten horen erbij?

Slide 12 - Diapositive


A
As
B
Af
C
BW
D
BS

Slide 13 - Quiz


A
Cs
B
Cf
C
Dw
D
Df

Slide 14 - Quiz


A
Cs
B
Cw
C
Df
D
Dw

Slide 15 - Quiz

Maken
Maken van par. 3.1: vraag 1

Slide 16 - Diapositive

Antwoorden
Opdracht 1:
a  1 de tropische luchtstreek
    2 de gematigde luchtstreek
b de 18 °C-isotherm van de koudste maand
c De keerkringen zijn wiskundige lijnen; de isothermen volgen de gemiddelde temperatuur en dat is geen rechte lijn.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

B54 Windsysteem en
B53 wet van Buys Ballot

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Aardbeving in Syrië en Turkije
To be continued....

Slide 21 - Diapositive

Leerdoelen par. 1: Klimaat
  • Je kent de begrippen van H3, par. 1 (ook uit het basisboek)
  • Je weet wat uniek is aan de ligging van Chili
  • Je kent de hoofdstad van Chili
  • Je weet aan welke oceaan Chili ligt
  • Je weet welk groot gebergte in Chili ligt
  • Je kent alle klimaten van Köppen

Slide 22 - Diapositive

Leerdoelen par. 1: Klimaat
  • Je weet wat de klimaatfactoren zijn
  • Je kent de kenmerken van alle klimaten van Köppen
  • Je weet welke klimaten Chili heeft
  • Je weet welke klimaatfactoren van invloed zijn op de klimaten in Chili  
  • Je weet wat El Nino is, hoe het ontstaat en wat de gevolgen daarvan zijn 

Slide 23 - Diapositive

Klimaten
Chili is een erg lang en smal land in Zuid-Amerika.

Klimaten:
Droge klimaten in het noorden
Mediterraan klimaat 
Zeeklimaat in het zuiden
Hooggebergteklimaat in de Andes

Slide 24 - Diapositive

Temperatuurfactoren
  1. Breedteligging: hoe verder van de evenaar hoe kouder.
  2. Hoogteligging: hoe hoger, hoe kouder.
  3. Ligging ten opzichte van de zee: hoe verder van zee, hoe warmer in de zomer en hoe kouder in de winter.
  4. Aanvoer van koude of warmte van elders door wind of zeestromen.
  5. Ligging van gebergten: wel of geen beschutte ligging.

Slide 25 - Diapositive

Klimaatfactoren
  • Temperatuur
  • Vocht
  • Luchtdruk
  • Wind
  • Bewolking
  • Neerslag 

Slide 26 - Diapositive

Maken
Maak van par. 3.1: vraag 2 en 3

Slide 27 - Diapositive

Antwoorden
Opdracht 2a:

Slide 28 - Diapositive

Antwoorden
Opdracht 2:
b De loodrechte zonnestand beweegt zich tussen deze twee parallellen.
c In deze maanden staat de zon loodrecht boven de zuidelijke keerkring en ontvangt het zuidelijk halfrond de meeste zonnewarmte.

Slide 29 - Diapositive

Antwoorden
Opdracht 3:
a de ligging van het hogedrukgebied voor de kust van Chili
b Bij dit hogedrukgebied wordt de lucht die wegstroomt, aangevuld door dalende koude lucht. Tijdens de daling warmt de lucht op en lossen de bewolking en de neerslag op.
c de Atacamawoestijn


Slide 30 - Diapositive

Vraag
Verklaar het verloop van de temperatuur in een jaar in Concepción.

Slide 31 - Diapositive

B35 draaiing van de aarde
  • Aarde draait in 1 jaar om de zon (seizoenen) 
  • Aarde draait dagelijks om eigen as (dag/nacht)       

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Droogte in Chili
(Atacama woestijn)

Droogte komt door:
  1. Subtropisch hogedrukgebied
  2. Humboldtstroom (zeestroom)
  3. Het andesgebergte

Slide 34 - Diapositive

Subtropisch hogedrukgebied

  • Lucht daalt
  • Lucht kan meer waterdamp bevatten
  • Droog 

Slide 35 - Diapositive

Humboltstroom
  • Zeestroom
  • relatief koud
  • koude lucht verdampt niet   ->  dus geen regen

Slide 36 - Diapositive

B54 Windsysteem en
B53 wet van Buys Ballot

Slide 37 - Diapositive

Andesgebergte -> stuwingsneerslag

Slide 38 - Diapositive

Andesgebergte -> stuwingsneerslag

Slide 39 - Diapositive

Maken
Maak van par. 3.1: vraag 4-6 (atlas)-7-8

Slide 40 - Diapositive

Antwoorden
Opdracht 4a:
Humboldtstroom: deze koude zeestroom koelt de lucht af, waardoor er bijna geen neerslag valt.
Andesgebergte: dit gebergte bepaalt de hoeveelheid neerslag. Het deel van Chili ten noorden van 40° N.B. ligt aan de lijzijde van het Andesgebergte; het gebied ten zuiden ervan aan de loefzijde.



Slide 41 - Diapositive

Antwoorden
Opdracht 4:




Slide 42 - Diapositive

Antwoorden
Opdracht 6:
a 1 A-klimaat: tropisch klimaat
 2 C-klimaat: zeeklimaat
b Het A-klimaat komt voor tussen de evenaar en de keerkringen.
 Het C-klimaat komt vooral voor aan de kusten.
c in Peru




Slide 43 - Diapositive

Antwoorden
Opdracht 7:
a Iquique: BW
 Concepción: Cs
 Punta Arenas: Cf
b figuur 2 Cf
 figuur 3 BW






Slide 44 - Diapositive

Het Kerstkind
El Niño
- Verandering in lucht- en zeestromen (rond kerstmis).    - Gevolgen voor Chili: warmer zeewater, meer neerslag, overstromingen, minder visvangst.  

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Vidéo

Maken
Maak van par. 3.1: vraag 9-10-11

Slide 47 - Diapositive

Antwoorden
Opdracht 9:







Slide 48 - Diapositive

Antwoorden
Opdracht 9:
e. Een thermocline is een waterlaag in een meer of zee waar de temperatuur plotseling daalt met de diepte. 






Slide 49 - Diapositive

Antwoorden
Opdracht 10:
a in 2015
b Op elk schaalniveau één gevolg gevraagd, bijvoorbeeld:
 lokaal 1) minder visvangst 2) bosbranden
 regionaal 1) minder visvangst 2) bosbranden 3) overstromingen 4) modderlawines
 nationaal 1) droogte in India 2) meer regen in de VS 3) bosbranden waardoor vliegtuigen niet kunnen opstijgen
 continentaal droogte in Zuidoost-Azië met als gevolg slechte oogsten en voedseltekorten
 mondiaal verstoring weerpatronen







Slide 50 - Diapositive

Antwoorden
Opdracht 11:
X Het klimaat van Chili wordt bepaald door de ligging van luchtdrukgebieden, zeestromen en de ligging van een gebergte.
 X In een hogedrukgebied is meestal geen bewolking.
 X De Humboldtstroom is ontstaan door de ligging van de trog voor de westkust van Chili.
 X Tijdens El Niño regent het meer aan de westkust van Chili.









Slide 51 - Diapositive

Slide 52 - Vidéo

Afronding H3, par. 1
  • Online samenvatting maken
  • Begrippen in quizlet zetten
  • Köppen begrippenkaartjes maken 

Slide 53 - Diapositive