Totalitaire staat Nazi-Duitsland

Hoofdstuk 4: Nooit meer...

 Ein Volk, ein Reich, eine Wille, ein Führer
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 2-4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4: Nooit meer...

 Ein Volk, ein Reich, eine Wille, ein Führer

Slide 1 - Diapositive

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Diapositive

Vorige week:


  • Door de 'beurskrach' van 1929 op Wall Street, gevolgd door een zware economische crisis begin jaren dertig, weet Adolf Hitler aan de macht te komen.

  • Hoe?

Slide 3 - Diapositive

Wat waren de drie belangrijkste standpunten van Hitler?

Slide 4 - Question ouverte

Belangrijkste standpunten:
1. Weg met het Verdrag van Versailles

2. Weg met de Weimarrepubliek:
Hitler geloofde in de Dolkstootlegende en vond dat de democratische regering en het parlement na de Eerste Wereldoorlog het volk hadden verraden. Eén leider: geen democratie.

3. Weg met de werkloosheid: werkverschaffingsprojecten

Slide 5 - Diapositive

Verdrag van Versailles
  • Duitsland mocht niet meepraten
  • Duitsland kreeg alle schuld
  • Gedwongen het verdrag te tekenen
  • Harde/strenge bepalingen, welke?

  • Duitsers spreken hierom van het 'Diktat von Versailles'

Slide 6 - Diapositive

Rijksdagbrand

Slide 7 - Diapositive

Machtigingswet geeft Hitler onbeperkte macht in 1933

  • Alle andere politieke partijen worden verboden.
  • Tegenstanders (zoals communisten en kritische journalisten) worden gearresteerd.
  • Deze tegenstanders worden in concentratiekampen opgesloten.

  • Censuur en propaganda blijven belangrijk voor Hitler en zijn partij.

Slide 8 - Diapositive

Waarom kwam de Rijksdagbrand voor Hitler erg goed uit?

Slide 9 - Question ouverte

4.4. Eén volk, één land, één leider, 1933 - 1939

Slide 10 - Diapositive

Ein Volk, Ein Reich, Eine Wille, Ein Fuhrer
Hitler schreef in Mein Kampf dat hij een groot, raszuiver rijk wilde stichten waarin iedereen dacht en deed zoals hij dat wilde. Om dat doel te bereiken heeft hij het Nationaal-socialisme op basis van het Fascisme bedacht, maar dan met 2 belangrijke toevoegingen:

Slide 11 - Diapositive

Lebensraum en Rassenleer
1 Volk: Rassenleer: Hitler wilde de Joden wegpesten uit Duitsland met achterlating van hun bezittingen. Hij noemde de Joden etc. Untermenschen. Het Arische (Germaanse) ras was superieur.
1 Reich: Lebensraum: Hitler wilde een groot rijk om zijn Arische  volk leefruimte te geven. Hij wilde alle Duitstaligen in zijn rijk huisvesten (Alle Deutscher heim ins Reich)

Slide 12 - Diapositive

Eine Wille, Ein Fuhrer
Eine Wille: Totalitaire staat: Iedereen moest denken en doen zoals de Fuhrer dat wilde. Het volk moest middels terreur, censuur, propaganda en gelijkschakeling gehersenspoeld worden. Andersdenkenden werden verwijderd.
Ein Fuhrer: Fuhrerprincipe: Hitlers wil was wet en hij moest overal gevolgd worden, zonder enige kritiek. 

Slide 13 - Diapositive

Totale gelijkschakeling
  • Hitler wilde DU weer een groot en machtig maken (Derde Rijk) en streefde naar een totalitaire samenleving.

  •  Om dit te realiseren onderging Duitsland binnen twee jaar een proces van nazificatie en gelijkschakeling
  • Andere politieke partijen werden verboden en tegenstanders werden opgesloten in bijv. Dachau.

Slide 14 - Diapositive

Indoctrinatie op alle niveaus van de samenleving

  • Schoolboeken vervangen door leermethodes van de nationaalsocialisten

  • Jongens moesten lid worden van de Hitlerjugend en meisjes van de Bund Deutscher Mädel

Slide 15 - Diapositive

Klaslokalen in Nazi-Duitsland

Slide 16 - Diapositive

De Hitler-jugend
De jongens gingen bij de Hitlerjugend en kregen les in vechten, sporten, navigeren etc. zodat zij goede soldaten zouden worden. De meisjes moesten bij de Bund Deutsche Mädel en werden voorbereid op het baren en opvoeden van nieuwe Arische kinderen.

Slide 17 - Diapositive

De SA (Stürmabteilung)
  • Bruinhemden: zorgden voor terreur in de straten en vielen communisten aan. 
  • Nacht van de Lange Messen juni 1934.
  • De top van de SA wordt vermoord door de SS. De SA wordt omgedoopt in de Wehrmacht.

Slide 18 - Diapositive

De SS
In 1925 wordt de SS (Schützstaffel) opgericht als persoonlijke lijfwacht van Hitler. Bij de SS mochten alleen de mannen, die van zuiver Duits bloed waren en het nazi-gedachtengoed in hun hart meedroegen. De SS was verantwoordelijk voor 95% van alle nazi-misdaden tijdens WO2.

Slide 19 - Diapositive

Eén volk, één ras
  • NSDAP: Arische ras waren Übermenschen. Het beste ras, alle andere rassen ondergeschikt.
  • Daarnaast Untermenschen, in het bijzonder het Joodse volk (Antisemitisme) 
  • Neurenbergerwetten (1935) werden aangenomen. 
  • Kristallnacht (1938), veel Joden vluchten uit Duitsland.

Slide 20 - Diapositive

Neurenberger wetten: wegbereider voor de Holocaust

  1. Wet ter bescherming van Duits bloed en Duitse eer: voor Joden verboden te trouwen met niet-Joodse Duitsers.
  2. De Burgerschapswet: heeft als doel vast te stellen wie Joods is en wie niet; Joden mogen niet meer in overheidsdienst werken. 
  3. Wet ter bescherming van de Genetische Gezondheid: koppels die willen trouwen moeten medisch onderzoek ondergaan om vast te stellen of zij 'geschikte kinderen' voort kunnen brengen.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Binnenlandse successen
  • Ondanks terreur en Jodenvervolging steeg de populariteit van Hitler: er kwam een einde aan de economische crisis.

  • Werkeloosheid daalde: werkverschaffingsprojecten.

  • Rijksarbeidsdienst ingevoerd: alle mannen van 18 jaar en ouder verplicht een halfjaar voor de overheid gaan werken.

Slide 23 - Diapositive

Voorbereiden voor oorlog
  • Ook de dienstplicht werd afgeschaft tegen het VvV in: meer soldaten = meer banen.

  • Wapenindustrie werd uitgebreid: nog meer banen.

  • Door deze positieve economische ontwikkelingen volgen en geloven Duitsers massaal hun Führer, Adolf Hitler.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo